%0 Report %D 2021 %T Surveillance van de mortaliteit in België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de winter van 2018-2019. Be-MOMO The Belgian Mortality Monitoring. %A Natalia Bustos Sierra %A Sébastien Fierens %A Nathalie Bossuyt %A Toon Braeye %K Be-MOMO %K Excess mortality %K mortality %K Surveillance %X

De winterperiode 2018-2019 werd gekenmerkt door een lichte, maar niet statistisch significante, ondersterfte in België, met 67.404 geregistreerde sterfgevallen terwijl 68.470 sterfgevallen werden voorspeld door het Be-MOMO-model. We observeerden 1.066 minder sterfgevallen dan verwacht, wat overeenkomt met een sterftetekort van 1,6 %. Er waren gemiddeld 311 sterfgevallen per dag met een piek van 417 sterfgevallen op 7 februari 2019. Deze winterperiode 2018-2019 heeft het laagste ruwe sterftecijfer van de laatste vijf winters in België. Tijdens de winter van 2018-2019 was de influenza-epidemie van gemiddelde lengte (8 weken) en matige intensiteit en ernst. De weers- en milieuomstandigheden waren zeer gunstig. De temperaturen waren relatief zacht, er deden zich geen koudegolven voor en er werden slechts 17 dagen met overschrijding van de PM2,5- drempel gemeld. De gunstige omstandigheden van deze risicofactoren zijn dus in overeenstemming met de ondersterfte die tijdens de winter van 2018-2019 in België werd vastgesteld in de totale bevolking.

Toch werd in bepaalde leeftijdsgroepen een oversterfte geconstateerd tijdens de winterperiode. Dit was met name het geval bij mannen van 15-64 jaar (zowel in België als in elk gewest afzonderlijk). Ook bij vrouwen van 65-84 jaar werd een oversterfte vastgesteld, zowel in België in zijn geheel als in Wallonië. In de andere leeftijds- en geslachtsgroepen werd vooral tijdens de winterperiode 2018-2019 een ondersterfte vastgesteld. In alle gevallen bleef de waargenomen sterfte binnen de voorspelde marge, hetgeen wijst op een gewoonlijke sterfte over de gehele periode. Anderzijds was Brussel het enige gewest met een oversterfte tijdens deze winterperiode, zowel algemeen, per leeftijdsgroep als per geslacht. Het sterfteoverschot in Brussel was over het geheel genomen matig (+1,6 %). Het gestandaardiseerde sterftecijfer (gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht) bevestigt dat het sterftecijfer het hoogst was in Brussel, vergeleken met de andere gewesten. Dit is waarschijnlijk gedeeltelijk te verklaren door demografische verschillen (bevolkingsdichtheid, sociaal-economisch niveau, enz.). In ieder geval weerspiegelt het een tendens die reeds in de voorgaande jaren (sinds 1999-2000) werd waargenomen. Een andere bijzonderheid van Brussel is het significant hogere percentage oversterfte in de groep onder de 65 jaar in vergelijking met de oudere leeftijdsgroepen.

Uit de wekelijkse analyse van de mortaliteit blijkt dat er geen week was met een statistisch significant sterfteoverschot over de gehele week. Integendeel, na de griepepidemie werd een statistisch significante ondersterfte vastgesteld in Wallonië (week 13, 25-31 maart 2019) en Brussel (week 14, 01-07 april) bij de 15-64-jarigen. 7 S A M E N VATT I N G Uit de dagelijkse analyse van de mortaliteit blijkt dat 7 februari 2019 de enige dag was met een statistisch significant sterfteoverschot in België (en Vlaanderen) tijdens deze winterperiode. Risicofactoranalyse toont aan dat het aantal sterfgevallen statistisch significant gecorreleerd was met toenemende incidentie van griepachtige klachten (griepaal syndroom), dalende temperaturen en toenemende relatieve vochtigheid. De mortaliteit was daarentegen niet gecorreleerd met de concentratie van fijn stof in de lucht. In Brussel was het aantal sterfgevallen alleen gecorreleerd met de toename van het aantal nieuwe gevallen van griepaal syndroom. In het algemeen waren de waargenomen correlaties sterker naarmate de leeftijd hoger was. Be-MOMO laat echter niet toe een causaal verband te leggen tussen sterfte en risicofactoren.

In België is de wintersterfte veel hoger dan de zomersterfte. Griep, maar ook weersen milieuomstandigheden beïnvloeden op complexe wijze de mortaliteit door alle oorzaken in België.

%I Sciensano %C Brussel, België %P 58 %8 2021 %G eng %M D/2021/14.440/4