CITRIRISK - De incidentie van citrinine in de Belgische voedsel- en diervoederketen en het risico voor de gezondheid van mens en dier

Last updated on 14-12-2022 by Pierre Daubresse
Projectduur:
oktober 1, 2016
-
september 30, 2020

In het kort

Citrinine (CIT) is een mycotoxine geproduceerd door verschillende schimmels in granen, bonen, fruit, groenten, kruiden en specerijen. De overdracht van CIT naar dierlijke producten is te verwachten. Er is veel bezorgdheid over dit mycotoxine met betrekking tot voedselveiligheid en er zijn meer gegevens over de toxiciteit en het voorkomen van CIT in voedsel nodig om de gezondheidsrisicobeoordeling door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) te verbeteren. Daarom werden de lidstaten verzocht het niveau van CIT in voedsel en diervoeders te bewaken.

Projectbeschrijving

In 2012 publiceerde de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een wetenschappelijk advies over citrinine (CIT), waarin werd benadrukt dat aanvullende kwantitatieve gegevens over het vóórkomen en de toxiciteit nodig zijn om een ​​risicobeoordeling over de aanwezigheid van CIT in voedsel en diervoeders te kunnen maken (EFSA 2012).

Met behulp van een geïntegreerde aanpak kunnen de onderzoekspartners informatie verzamelen over het vóórkomen van CIT in diervoeders en verschillende voedingsmiddelen die beschikbaar zijn op de Belgische markt, zodat ze alle relevante bronnen van inname en hun omvang kunnen identificeren. Sciensano levert het benodigde referentiemateriaal (RM) om te mengen met basisdiervoeder voor dierproeven, afhankelijk van de gegevens over het vóórkomen van CIT in de verschillende matrices.

Bovendien worden de toxicokinetiek en absolute orale biologische beschikbaarheid van CIT bij slachtkippen en varkens, en de transmissie in eetbare weefsels (nier- en spierweefsel van varkens en slachtkippen, eieren van legkippen) onderzocht. Varkens kunnen ook als toxicokinetisch model voor de mens dienen, gezien de anatomische en fysiologische gelijkenis van onder meer het maag-darmkanaal, de lever en de nieren. Momenteel is er een fase I-metaboliet van CIT beschreven, met name dihydrocitrinon (HD-CIT), maar het gebruik van hogeresolutiemassaspectrometrie (HRMS) zal ons in staat stellen andere potentiële fase I- en II-metabolieten te onderzoeken om de biotransformatie ervan te ontrafelen.

Dit zal het onderzoek mogelijk maken waarmee men de volgende doelstellingen wil realiseren:

  1. geschikte (U)HPLC-MS/MS-methoden optimaliseren en valideren om CIT in diervoeder, in 10 verschillende voedselgroepen en in verschillende eetbare weefsels van dierlijke oorsprong te bepalen;
  2. kwantitatieve gegevens verzamelen over het vóórkomen van CIT in 10 verschillende voedselgroepen (totaal van 400 stalen) en in 100 stalen van diervoeder dat beschikbaar is op de Belgische markt;
  3. het toxicokinetische profiel van CIT bepalen bij varkens en slachtkuikens en de absolute orale biologische beschikbaarheid in deze soorten bepalen;
  4. de transmissie van CIT vanuit diervoeder in dierlijke producten voor menselijke consumptie bepalen;
  5. de toxiciteit en orgaanschade bij varkens, vleeskuikens en legkippen beoordelen;
  6. potentiële fase I- en II-metabolieten verkennen met behulp van HRMS;
  7. een risicobeoordeling uitvoeren in België.

Projectonderzoekers van Sciensano

Diensten die aan dit project werken

Partners

Sarah De Saeger
Siska Croubels
Mathias Devreese

Geassocieerde gezondheidsonderwerpen

QR code

QR code for this page URL