Griepepidemie komt ten einde: eerste balans [1]
In de week van 18 tot 24 maart 2019 hebben 73 patiënten per 100.000 een huisarts geraadpleegd omwille van griepachtige klachten (koorts, hoest, loopneus, keelpijn, hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid, enz.). Dit betekent dat de griepactiviteit onder de epidemische drempel van 157 consultaties per 100.000 inwoners is gedaald. Toch waarschuwen de virologen en epidemiologen van het Belgische gezondheidsinstituut Sciensano dat het griepvirus in de komende weken nog – in beperkte mate – verder zal circuleren.
478.000 raadplegingen voor een griepachtige beeld
De winterse griepepidemie die ons land tussen 21 januari en 17 maart trof was van een matige intensiteit en een gemiddelde duur (8 weken). De piek werd in de week van 11 tot 17 februari waargenomen, met 761 raadplegingen voor griepachtige klachten per 100.000 inwoners. Op basis van de opvolging van de peilpraktijken – een netwerk van 130 huisartsen geografisch verspreid over heel België – schat Sciensano dat ongeveer 478.000 personen tijdens de epidemie een huisarts consulteerden omwille van een griepachtige beeld, waaronder:
- 37.000 kinderen jonger dan 4 jaar
— 82.000 kinderen van 5 tot 14 jaar
— 323.000 volwassenen tussen 15 en 64 jaar
— 36.000 personen van 65 jaar en ouder
Voorlopig is het aantal ziekenhuisopnames voor ernstige griepverwikkelingen lager dan de voorbije jaren.
De virologische analyses van Sciensano tonen aan dat sinds het begin van het seizoen 54,4% van de geteste verdachte stalen positief waren voor het influenzavirus. Tijdens het winterseizoen circuleren ook andere respiratoire virussen die symptomen kunnen veroorzaken die vergelijkbaar zijn met die van griep.
Winterse mortaliteit
Voorlopig werd geen oversterfte geobserveerd tijdens deze winter. Tussen begin oktober en 24 februari werden 43.835 sterfgevallen gerapporteerd, terwijl er 44.400 sterfgevallen verwacht werden in deze periode.
Virussen in omloop
De A(H1N1)pdm09 en A(H3N2) virussen circuleerden voornamelijk in België tijdens het griepseizoen 2018-2019, met een grote prevalentie van A(H3N2) virussen. Er werden zeer weinig influenza B virussen gedetecteerd. Analyses om de vaccineffectiviteit in te schatten zijn momenteel gaande. De resultaten zullen later worden gecommuniceerd.