Het schooljaar 2020-2021 stond voor scholen en leerlingen in het teken van COVID-19. Maatregelen om de verspreiding van het SARS-CoV-2 virus te beperken hebben een enorme impact gehad op de samenleving in het algemeen en op kinderen en jongeren in het bijzonder. De gegevens in dit rapport bevestigen dat SARS-CoV-2 infecties bij kinderen en jongeren over het algemeen een mild klinisch beeld veroorzaken. Heel wat kinderen en jongeren waren asymptomatisch op het moment van de positieve test. Sterfgevallen omwille van COVID-19 bij kinderen en jongeren waren heel zeldzaam. Hospitalisaties werden wel gezien, maar veel minder frequent dan bij de oudere bevolking en ze waren vooral van korte duur en met goede uitkomst. Een stijging van het aantal asymptomatisch gedetecteerde gevallen liep in januari 2021 en ook gedurende latere maanden vaak gelijk op met het aantal uitgevoerde testen. Daarnaast volgde de incidentie in kinderen en jeugd een zelfde trend en evolutie als de incidentie in de volwassen populatie, wat erop duidt dat er virus-uitwisseling was tussen de generaties. De seroprevalentiestudie (studie naar de aanwezigheid van antistoffen tegen SARS-CoV-2) liet zien dat ongeveer dubbel zoveel kinderen en jongeren een SARS-CoV-2 infectie hebben doorgemaakt dan het aantal dat geregistreerd werd als COVID-19 bevestigd geval. We zien hetzelfde bij de algemene bevolking. Dit wijst erop dat er niet meer viruscirculatie was onder kinderen en jongeren en op scholen dan in andere bevolkingsgroepen en omgevingen. Na een schooljaar waarin scholen zoveel mogelijk open bleven, is dit een geruststellende vaststelling. Er zijn erg weinig gegevens over de mentale gezondheid van de kinderen en jongeren tijdens deze pandemie, maar het lijkt erop dat de COVID-19 pandemie (en de maatregelen) het welbevinden van een aanzienlijk deel van de kinderen en jongeren in belangrijke mate onder druk gezet heeft.
Kortom, gegevens in dit rapport tonen aan dat het aantal bevestigde gevallen en de seroprevalentie bij kinderen en jongeren weinig verschillen van de volwassen bevolking, maar dat COVID-19 bij kinderen en jongeren véél minder vaak leidt tot ernstige ziekte en overlijdens.
AANBEVELINGEN
- De nadelige effecten van maatregelen voldoende onderkennen, en afwegen tegen de directe impact van COVID-19 binnen de leeftijdsgroep.
- De proportionaliteit van de genomen maatregelen voor kinderen en jongeren in perspectief plaatsen met de positieve impact van deze maatregelen bij deze kinderen en jongeren en bij de volledige bevolking.
- Reflecteren over de test-strategie en doelstelling van (grootschalig) testen en over hoe het meest rationeel en relevant kan en/of moet worden getest.
- Andere medische en sociale prioriteiten voor kinder- en jeugdwerkers die verbonden zijn aan de scholen niet uit het oog verliezen.
- Inzetten op het documenteren en verbeteren van de mentale gezondheid van kinderen en jongeren
- Inzetten op het verhogen van de vaccinatiegraad bij de bevolking die hiervoor in aanmerking komt in België, volgens het advies van de Hoge Gezondheidsraad