Risicogroepen
RSV, of ‘respiratoir syncytieel virus’, veroorzaakt een luchtweginfectie die zeer vaak voorkomt bij zuigelingen, maar die op elke leeftijd kan optreden.
Zuigelingen
Zuigelingen vormen de grootste risicopopulatie. De meeste kinderen maken een eerste episode van RSV-infectie door tijdens het eerste levensjaar. Bijna alle kinderen hebben de infectie al gekregen voor ze twee jaar zijn.
Bovendien is bij 1 tot 3% van de kinderen met een RSV-infectie een ziekenhuisopname nodig als gevolg van ernstige ademhalingssymptomen.
Sommige kinderen hebben een hoger risico op ernstige infecties en herinfecties:
- zuigelingen jonger dan een jaar
- premature baby’s
kinderen met een longaandoening of een cardiovasculaire aandoening.
Ouderen en volwassenen
Bij ouderen vormt RSV een van de belangrijkste oorzaken van luchtwegaandoeningen.
Sommige volwassenen hebben bovendien een hoger risico op een ernstige vorm van de infectie en op herinfecties:
- personen met een verlaagde weerstand (immuungedeprimeerde personen)
- personen met een longaandoening
- personen met een cardiovasculaire aandoening.
Gezondheidswerkers
Gezondheidswerkers die in contact komen met risicopopulaties hebben meer kans om het virus op te doen en door te geven, meer bepaald in bepaalde afdelingen:
- pediatrie, kraamkliniek
- respiratoire kinesitherapie
- pulmonologie
- geriatrie
- en in instellingen zoals crèches en rusthuizen.