Dit rapport beschrijft de resultaten van de derde audit bij de erkende diabetische voetklinieken in België (hierna “centra” genaamd). De audit verzamelde gegevens van 1.600 unieke patiënten die in 2011 voor een diabetische voetwonde van ten minste Wagner-graad 2 en/of een actieve Charcot-voet behandeld werden in één van de 32 deelnemende centra. De gegevens hadden betrekking op de karakteristieken bij de 1ste consultatie en de behandeling en uitkomsten over een periode van 6 maanden. Na de audit ontvingen de centra een feedbackrapport met benchmarking van hun performantie voor een aantal kwaliteitsindicatoren.
De belangrijkste resultaten waren:
- De geregistreerde patiënten hadden een mediane leeftijd van 68 jaar en een mediane diabetesduur van 14 jaar. Meer dan een derde van de patiënten had een cardiovasculaire of renale voorgeschiedenis. Van de 1.584 geregistreerde diepe voetwonden was 57% in een ischemisch lidmaat, was 75% geïnfecteerd en was er bij 86% verlies van de beschermende gevoeligheid.
- Bij 78% van de patiënten met voetwonden werd een vorm van drukontlasting toegepast.
- Zeventig percent van de patiënten met voetwonden onderging niet-invasieve en/of invasieve vasculaire diagnostiek en het percentage was hoger bij patiënten met kritische ischemie.
- Zesentwintig percent van de patiënten met voetwonden onderging een revascularisatie en het cijfer bedroeg 73% bij de patiënten met kritische ischemie.
- Zesenvijftig percent van de wonden genas binnen de opvolgingsperiode van max. 7 maanden, voorafgegaan door een mineure amputatie in 21% van de gevallen. De mediane tijd tot genezing bedroeg 4,6 maanden. De duur van de wonde vóór de 1ste consultatie was een belangrijke determinant van wondgenezing.
- Het percentage majeure amputaties bedroeg 4% en de mortaliteit bedroeg 5% binnen de opvolgingsperiode van max. 7 maanden.
- Aangepast schoeisel werd voorgeschreven voor 64% van de patiënten met genezen wonden.
- Er was grote variatie tussen de centra wat betreft het toepassen van drukontlasting en het voorschrijven van aangepast schoeisel.
- Er werden gegevens van 43 patiënten met een actieve Charcot-voet verzameld. Bijna alle voeten werden geïmmobiliseerd tot aan de knie. Drie kwart van de voeten koelden af na een mediane immobilisatieduur van 4 maanden.
De volgende conclusies kunnen geformuleerd worden:
- De gegevensverzameling verliep vlot, ook voor de centra die voor het eerst deelnamen.
- De in beschouwing genomen populatie had veel comorbiditeiten die de behandeling bemoeilijken.
- De cijfers wat betreft het uitvoeren van drukontlasting, vasculaire diagnostiek en revascularisatie waren bemoedigend en waren goed in verhouding met de Eurodiale studie.
- De uitkomsten waren goed in verhouding met internationale studies die ook minder ernstige (oppervlakkige) wonden bestudeerden.
- De resultaten waren vergelijkbaar met die van de twee vorige audits, hoewel vergelijken niet altijd mogelijk was door methodologische verschillen.
- Gezien de grote variatie tussen centra wat betreft drukontlasting en voorschrijven van aangepast schoeisel, blijft er voor sommige centra ruimte voor verbetering. Een bijkomende bevraging zou toelaten de barrières voor het toepassen van deze processen te identificeren.
- De gegevens over de karakteristieken, behandeling en uitkomsten van actieve Charcot-voet waren beperkt. Er kunnen geen solide conclusies getrokken worden. De haalbaarheid van een meer uitgebreide gegevensverzameling gefocust op deze aandoening wordt onderzocht.
- De methodologie en de resultaten van dit unieke project moeten verder publiek gemaakt worden aan de internationale “diabetische voet” gemeenschap. Op die manier kunnen andere landen gebruik maken van de ervaringen van dit project om hun eigen kwaliteitsbevorderende initiatieven op te zetten.