Mazelen is één van de meest besmettelijke infectieziekten met soms ernstige complicaties. Alle Europese landen engageerden zich in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) om mazelen te elimineren tegen 2020.
• In 2018 en 2019 kreeg België de status ‘interrupted endemic transmission’ van de WGO toegekend omdat geen enkele transmissieketen van het virus langer dan 12 maanden duurde. Ook voor 2020 en 2021 toonde België aan dat er geen enkele transmissieketen van het virus langer dan 12 maanden duurde. In principe zou de WGO ons land dus voor die twee jaar opnieuw de status van “onderbroken endemische overdracht” moeten toekennen (nazicht loopt). Door deze status van onderbreking van meer dan 36 opeenvolgende maanden zou aan België potentieel de status van “mazelen geëlimineerd” kunnen worden toegekend.
• Het aantal geregistreerde gevallen van mazelen lag beduidend lager in 2021 (7 gevallen waarvan 2 geïmporteerd) en 2020 (47 gevallen waarvan 1 geïmporteerd) dan in 2019 (480 gevallen). Dit houdt waarschijnlijk verband met de COVID-19-pandemie en de maatregelen die zijn genomen om de pandemie tegen te gaan. Zelfs al is een daadwerkelijke daling van het aantal gevallen heel waarschijnlijk, ten gevolge van maatregelen zoals afstand houden, een masker dragen en de handen wassen, toch kan een zekere mate van onderrapportering en onderdiagnose niet worden uitgesloten.
• In 2020 is voor 6 gevallen (12,8%) een ziekenhuisopname nodig gebleken, in 2021 voor geen enkele. Deze informatie was echter niet voor alle gevallen beschikbaar.
• De geschatte incidentie voor heel België, na uitsluiting van de geïmporteerde gevallen, bedroeg 0,4 gevallen/miljoen inwoners in 2021 en 4,0 gevallen/miljoen inwoners in 2020 tegenover 38,1 gevallen/miljoen in 2019. Om de eliminatiestatus te behalen, moet een land een jaarlijkse incidentie van minder dan 1 geval van mazelen per miljoen inwoners bereiken. België behaalde dit doel in de loop van 2021.
• In alle drie regio’s van het land werden gevallen van mazelen gemeld. In 2020 lag de geschatte incidentie het hoogst in Brussel met 9,9 gevallen/miljoen inwoners (tegenover 100,9/miljoen in 2019), gevolgd door Wallonië met 4,7/miljoen (tegenover 65,8/miljoen in 2019) en Vlaanderen met 2,6/miljoen (tegenover 11,2/miljoen in 2019). In 2021 werd in Brussel slechts 1 geval vastgesteld maar omdat het om een importgeval gaat, is de incidentie nihil (de WGO beveelt aan om geïmporteerde gevallen uit te sluiten). In Vlaanderen en Wallonië was de geschatte incidentie met 0,5 gevallen/miljoen inwoners identiek.
• De documentatie van de vaccinatiestatus blijft problematisch. In 2020 en 2021 was de vaccinatiestatus onbekend voor respectievelijk 38,3% en 57,1% van de gerapporteerde gevallen.
• De geschatte incidentie was het hoogst bij kinderen jonger dan 1 jaar met 6,0/100.000 in 2020 en 1,8/100.000 in 2021, gevolgd door kinderen van 1 tot 4 jaar met 1,6/100.000 in 2020 en 0,2/100.000 in 2021. Het gaat bij mazelen niet meer om een typische kinderziekte: kinderen jonger dan 10 jaar vertegenwoordigden slechts 40% en 43% van alle gevallen in respectievelijk 2020 en 2021.