Sciensano draagt bij tot de epidemiologische surveillance van Cholera in België. Hiervoor wordt samengewerkt met de laboratoria en de regionale autoriteiten.

Cholera is een acute bacteriële infectie veroorzaakt door de toxineproducerende bacterie Vibrio cholerae en wordt meestal overgedragen door de consumptie van besmet water. Een infectie verloopt meestal zonder symptomen, maar kan af en toe leiden tot ernstige diarree, uitdroging en overlijden.
Vibrio cholerae is een toxineproducerende bacterie die cholera veroorzaakt en alle leeftijdscategorieën treft. Er zijn meer dan 2 serogroepen beschreven, maar slechts 2 serogroepen, O1 en O139, veroorzaken de cholera die in verband wordt gebracht met de productie van de choleratoxine. Deze 2 serogroepen zijn verantwoordelijk voor de meerderheid van de epidemische opflakkeringen. De andere serogroepen worden collectief Vibrio cholerae non-O1, non-O139 of non-cholera vibrio genoemd en liggen zelden aan de oorsprong van epidemieën.
In geval van besmetting door Vibrio cholerae O1 of O139 vertoont de besmette persoon meestal geen symptomen (75% tot 90% van de gevallen) of milde diarree. De ziekte kan ook ernstige vormen aannemen met overvloedige waterige diarree, braken en buikkrampen met als gevolg ernstige uitdroging (dehydratatie) en shock.
Vibrio cholerae non-O1 en non-O139 kunnen verantwoordelijk zijn voor matige vormen van maag-darmontstekingen (gastro-enteritis) maar kunnen ook aanleiding geven tot bloedvergiftiging (sepsis) en wondinfecties.
Symptomen verschijnen 12 uur tot 5 dagen na besmetting.
Het grootste reservoir van de bacterie is de mens, alsook aquatische milieus zoals zeeën, estuaria en brak water. Infecties met Vibrio cholerae gebeuren fecaal-oraal en vloeien meestal voort uit de consumptie van besmet water, manipulatie of consumptie van besmette zeevruchten (rauw of onvoldoende gegaard), maar ook uit de rechtstreekse blootstelling aan besmet water uit de zee, een estuarium of brak water.
De infectie wordt voornamelijk overgedragen via besmet(te) water en voeding. Om transmissie te voorkomen, moeten de hygiënische voorschriften strikt worden gevolgd.
De arts neemt een staal van de stoelgang van de patiënt en stuurt dit naar een laboratorium voor een kweek (coprokweek). Als Vibrio cholerae in de stoelgang wordt geïsoleerd, is de diagnose van cholera bevestigd.
Iedereen kan cholera krijgen, maar sommige kwetsbare of zwakke mensen lopen een hoger risico op ernstig verloop van de ziekte als gevolg van uitdroging. Deze zijn:
De behandeling van cholera bestaat initieel uit rehydratatie. Bij ernstige uitdroging is er soms agressieve rehydratatie nodig. Nadien is het onderhouden van voldoende vochtinname belangrijk. Naast hydrateren wordt de patiënt ook behandeld met antibiotica om de ziekteduur en besmettelijke fase te verkorten.