Balans van de tekenbeet surveillance via TekenNet in 2016 en nieuwe studie

Gepubliceerd op: 
donderdag, 30 maart 2017
Last updated on 11-12-2017 by Sébastien Daems

De website en de mobiele applicatie ‘TekenNet’ van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) bieden op basis van vrijwillige meldingen van burgers een overzicht van het risico voor het oplopen van een tekenbeet in tijd en ruimte in België. Tussen 1 april en 31 oktober 2017 verzoekt het WIV alle burgers die het slachtoffer zijn van een tekenbeet om deze verwijderde teek gratis met de post naar het WIV te versturen. Deze teken zullen worden geanalyseerd in het kader van een studie over ziekteverwekkers die door teken op de mens kunnen worden overgedragen.

Raadpleeg het volledige rapport van 2016

Tekenbeten bij individuen
In 2016 werden er op het nationale grondgebied 9700 tekenbeten gerapporteerd. In 74% van de gevallen had de melding betrekking op één beet, in 14% van de gevallen op twee beten, in 5% van de gevallen op drie beten en in 2% van de gevallen op vier beten. De meldingen waren talrijker in Vlaanderen (57,5%) dan in Wallonië (41,6%) en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (0,9%).
Aangezien de bevolking niet overal gelijk verdeeld is, moet er rekening worden gehouden met de bevolkingsdichtheid voor een correcte interpretatie van de geografische spreiding van de tekenbeten. Om de gebieden te bepalen waar de risico’s het grootst zijn, is het aantal beten in verhouding gebracht met het aantal inwoners van elke provincie. De incidentie, met andere woorden het aantal beten per 100.000 inwoners, lag het hoogst in de provincie Luxemburg (392/100.000 inwoners), gevolgd door de provincies Waals-Brabant (185/100.000), Namen (173/100.000) en Limburg (154/100.000). Op regionaal vlak lag de incidentie van tekenbeten hoger in Wallonië (112/100.000) dan in Vlaanderen (86/100.000).

88% van de beten vond plaats tijdens vrijetijdsactiviteiten. In 45% van de gevallen werden de slachtoffers gebeten in hun tuin en in 37% van de gevallen in het bos. Er zijn weinig beten geteld tijdens schoolactiviteiten (2,5%) of bij de uitoefening van een beroepsactiviteit (4,6%), al zijn personen met een risicoberoep misschien nog niet voldoende vertegenwoordigd bij de deelnemers. 

Evolutie van het aantal beten bij geïsoleerde individuen en vergelijking met 2015
De piek vastgesteld in juni is mogelijks het gevolg van een uitzonderlijk vochtige maand waarin het neerslagniveau een record bereikte. Voor 2015 zijn alleen gegevens van juli tot december beschikbaar. Er is dus geen vergelijking mogelijk met de voorgaande maanden.

Beten tijdens groepsactiviteiten
Op een totaal van ongeveer 1300 personen die aan een groepsactiviteit hadden deelgenomen, zijn er 129 meldingen geteld voor in totaal 1170 beten. 49,6% van de meldingen had betrekking op tekenbeten die in Wallonië waren opgetreden (64 meldingen en 424 beten) en 48,8% van de beten was in Vlaanderen opgetreden (63 meldingen en 743 beten).
De omvang van de groepen was niet homogeen en dus is het aantal beten per individu berekend. Zowel in Vlaanderen als Wallonië lag dit aantal lager dan 1 (respectievelijk 0,92 en 0,85 beten per individu). De beten vonden hoofdzakelijk plaats tijdens vrijetijdsactiviteiten (85%) en heel vaak in een bosrijk gebied (60% van de gevallen).

Voor een nieuwe studie teken naar het WIV versturen
Teken kunnen besmet zijn door meerdere ziekteverwekkers, die via een beet kunnen worden overgedragen op de mens, waaronder deze die de ziekte van Lyme veroorzaakt. In samenwerking met het CODA, het RIVM (Nederland), het Agentschap Zorg en Gezondheid en AViQ start het WIV een nieuwe studie met als doel een duidelijker beeld te krijgen van het voorkomen van verschillende ziekteverwekkers in de provincies van het land. Tussen 1 april en 31 oktober 2017 worden burgers verzocht om, na het verwijderen van de vastgebeten teek op een mens, deze gratis op te sturen naar het WIV. Er wordt hen ook gevraagd om online enkele korte vragen te beantwoorden. Alle praktische informatie hieromtrent staat op de website TekenNet.be.

De teken worden na de inzamelingsperiode geanalyseerd. Er kan daarom geen individuele feedback aan de deelnemers worden gegeven om hen mee te delen of de opgestuurde teek al dan niet drager was van een ziekteverwekker. De globale resultaten van de studie worden in de loop van 2018 bekendgemaakt op de website TekenNet.be.

Het WIV herinnert er nog even aan dat een persoon gebeten door een teek met één of meerdere ziekteverwekkers niet noodzakelijk besmet wordt. Indien symptomen zoals een erythema migrans (verschijning en ontwikkeling van een rode cirkelvormige vlek op de plaats van de beet) of griepachtige syndromen (zoals koorts en spierpijnen) optreden na een tekenbeet wordt aangeraden om zo snel mogelijk een arts te raadplegen.

Toelichtingen over teken en de ziekte van Lyme.

Gezondheidsonderwerpen: 

QR code

QR code for this page URL