Met 2.772 minder sterfgevallen dan voorspeld (-2,5%) door het Be-MOMO-model (The Belgian Mortality Monitoring) van Sciensano, werd 2023 niet gekenmerkt door oversterfte, maar door ondersterfte. In tegenstelling tot de voorgaande jaren waren factoren die het risico op overlijden vergroten (extreme temperaturen, luchtvervuiling, infectieziekten) in 2023 veel minder aanwezig. Bovendien heeft een oogsteffect, d.w.z. de vroegtijdige sterfte van kwetsbare mensen tijdens de jaren van de COVID-19-epidemie, ongetwijfeld bijgedragen aan de ondersterfte in 2023.
Ondersterfte in 2023
In 2023 werden in België 110.334 sterfgevallen opgetekend, terwijl er op basis van het statistische model 113.106 verwacht werden. Dat komt neer op een ondersterfte van -2,5% met 2.772 minder sterfgevallen dan voorspeld (Tabel 1). We zien deze ondersterfte in de meeste leeftijdsgroepen. Ze is meer uitgesproken bij personen tussen 65 en 84 jaar (1.434 minder sterfgevallen, -3,0%) en bij mannen in het algemeen (-3,0% tegenover -1,5% bij vrouwen van alle leeftijden).
Figuur 1. Overlijdens door alle oorzaken, COVID-19 en andere doodsoorzaken, januari 2020 tot januari 2024, België
Regionale bijzonderheden
Over de volledige bevolking bekeken, was er ondersterfte in Vlaanderen en Wallonië, maar niet in Brussel (tabel 1).
- In Vlaanderen was de ondersterfte te zien in alle leeftijdsgroepen, behalve bij vrouwen jonger dan 65 jaar. In die groep was er een oversterfte (160 waargenomen sterfgevallen, +5,6% oversterfte).
- In Wallonië is er ook sprake van ondersterfte in alle leeftijdsgroepen, behalve bij vrouwen van 85 jaar en ouder (68 extra sterfgevallen en +0,7% oversterfte).
- In Brussel werd een oversterfte vastgesteld in de meeste leeftijdsgroepen, voornamelijk bij vrouwen in het algemeen en bij personen van 85 jaar en ouder (283 waargenomen sterfgevallen, +8,5% oversterfte).
Tabel 1. Samenvatting van de oversterfte in België en per regio (op basis van verblijfplaats), per leeftijdsgroep en geslacht, van 1 januari 2023 tot 31 december 2023
COVID-19-epidemie
Begin 2023 kende het einde van de 9de golf van de COVID-19-epidemie (21 november 2022 tot 22 januari 2023), en vervolgens ook golf nummer 10 (23 januari tot 9 juli 2023). De aanpassingen aan de epidemiologische surveillance van COVID-19, deels als gevolg van de gewijzigde teststrategie, maakt het minder vanzelfsprekend om de invloed van COVID-19 overlijdens op oversterfte te bepalen. De ad hoc surveillance van COVID-19-sterfte geeft aan dat er 993 COVID-19-doden te betreuren vielen tussen 1 januari en 1 juli 2023 (de datum waarop deze surveillance stopgezet werd).
De monitoring van het rioolwater loopt wel door en daaruit blijkt dat de circulatie van SARS-CoV-2 in 2023 vrij hoog blijft. Op basis van het geheel van de COVID-19-gevallen, de ziekenhuisopnames voor COVID-19, de COVID-19-mortaliteit en de sterfte door alle oorzaken kunnen we echter stellen dat de de impact van COVID-19 minder zwaar woog dan in de voorgaande jaren.
Hitte
Tijdens de zomer van 2023 werd de waarschuwingsfase van het hitteplan twee keer geactiveerd, maar de meteorologische en omgevingsrisicofactoren bleven gematigd. In deze twee specifieke tijdspannen is een geringe oversterfte vastgesteld, maar voor de zomerperiode als geheel (week 20 tot 40) is er sprake van 2,5% ondersterfte, met 1.036 minder sterfgevallen dan verwacht (tabel 2).
Tabel 2. Oversterfte in België en per regio (op basis van verblijfplaats), per leeftijdsgroep en geslacht, in de zomerperiode van 16 mei tot 9 oktober 2023 (weken 20 tot 40)
Griepepidemie
Het jaar 2023 begon met de voortzetting van de influenza-epidemie van het winterseizoen 2022-2023, die 16 weken heeft geduurd (van 5 december 2022 tot 26 maart 2023). Tijdens deze periode was de oversterfte relatief laag, met 1.229 extra sterfgevallen (+3,2% oversterfte). Het grootste deel van de oversterfte tijdens deze influenza-epidemie deed zich voor in december 2022 en viel samen met enerzijds een toename van verschillende luchtweginfecties (waarbij de infecties door influenza, SARS-CoV2, RSV en humaan metapneumovirus uitzonderlijk tegelijkertijd piekten), en anderzijds met koudere temperaturen en hogere concentraties van fijn stof. Vanaf 1 januari tot 26 maart 2023 zien we daarentegen een ondersterfte, met 298 minder sterfgevallen dan voorspeld (-1%).
Figuur 2. Oversterfte in de hele bevolking en per leeftijdsgroep, de temperatuur, ozonconcentratie (dagelijks maximum van het gemiddelde over 8 uur), en de concentraties fijnstof PM2,5 (dagelijks maximum), januari 2023 tot januari 2024, België
Hoe lees je deze grafiek ? Wanneer het aantal sterfgevallen per dag (oranje lijn) de boven- of ondergrens van de door de modellering voorspelde sterfgevallen (verwachte sterfgevallen boven/ondergrens) overschrijdt, is er sprake van een significante over- of ondersterfte in deze leeftijdsgroep.
Historische vergelijking van de oversterfte
De ondersterfte in 2023 staat in contrast met de aanzienlijke oversterfte in de voorgaande jaren tijdens de COVID-19-pandemie. Ondersterfte op niveau van de hele bevolking werd sinds 2014 niet meer waargenomen (- 2,5%, 2.724 sterfgevallen minder dan verwacht en een sterftecijfer van 933,8 per 100.000 inwoners).
Tabel 3. Oversterfte in België en per woonregio van 2019 tot 2023
Hypothesen voor de ondersterfte in 2023
- De oversterfte in de voorgaande jaren (2020-2022).
- De risicofactoren op vlak van meteorologische omstandigheden, milieufactoren en infectieziekten vertoonden geen extreme waarden in 2023.
Ter herinnering: de oversterfte wordt geschat door het aantal waargenomen sterfgevallen te vergelijken met het aantal verwachte sterfgevallen, waarbij dit laatste wordt berekend op basis van de gegevens van de voorgaande vijf jaar. Het Be-MOMO-model werd al in juni 2021 aangepast na de uitzonderlijk hoge oversterfte in 2020 (in verband met de COVID-19-epidemie en een hittegolf), om te verzekeren dat het model toekomstige gezondheidsbedreigingen kon blijven detecteren.
Het is duidelijk dat het aantal sterfgevallen in 2023 lager lag dan het jaarlijks aantal sterfgevallen sinds 2020. Op niveau van de bevolking en over een heel jaar bekeken, werd ondersterfte en een zo laag sterftecijfer (939 sterfgevallen per 100.000 inwoners) niet meer gezien sinds 2014.
Statbel, het Belgische statistiekbureau, heeft onlangs ook gedetailleerde sterftecijfers gepubliceerd voor 2023. Er kunnen verschillen zijn tussen de cijfers van Statbel en die van Sciensano via het Be-MOMO-model (Belgian Mortality Monitoring). Dit is het gevolg van methodologische verschillen zoals het uitsluiten van sterfgevallen in het buitenland of verschillen in de wegingsmethodiek om het verwachte aantal sterfgevallen te berekenen.
Meer informatie over oversterfte is te vinden op Epistat en in het wekelijkse bulletin over acute luchtweginfecties.
Analysen gebaseerd op de extractie van het Rijksregister op 22 januari 2024 voor de sterftegegevens alle oorzaken.