Het is een kerntaak van Sciensano om de monitoring van gezondheidsgegevens te coördineren. In het kader van COVID-19 verzamelen we de gegevens die nodig zijn om de epidemie op te volgen en de gevolgen voor de gezondheid te begrijpen. Daarvoor bouwen we verder op een lange traditie van samenwerking met talrijke partners en respectvol gebruik van gegevens ten dienste van de volksgezondheid.
Naar aanleiding van de berichten in enkele media over de recent vrijgegeven GEES-rapporten, wil Sciensano dan ook een aantal punten verduidelijken.
In haar rapport van 14 april vraagt de GEES om “onmiddellijke en volledige toegang tot (betere) epidemiologische data”. Daarnaast vraagt ze ook om veel gedetailleerdere data publiek te maken.
“Deze vragen zijn logisch vanuit het oogpunt van crisisbeheersing, maar ze houden helaas geen rekening met de complexe realiteit”, stelt Christian Léonard, Algemeen directeur van Sciensano. “De privacywetgeving geldt ook in crisistijd, en die stelt dat dergelijke gegevens niet zomaar gepubliceerd mogen worden of doorgegeven aan derden. Ook al is het dan aan een panel van gerenommeerde experts. Sciensano staat niet boven de wet en ook wij moeten dus die procedures respecteren.”
De GEES vraagt in hetzelfde rapport ook om data op een meer gedetailleerd niveau. “Ook die vraag is logisch”, zegt Christian Léonard. “Sciensano kan echter maar geven waarover het zelf beschikt. Wij hangen op onze beurt af van de data die onze partners (b.v. gemeenschappen, ziekenhuizen,…) kunnen en mogen aanleveren. Wat we bij Sciensano niet krijgen of niet uit onze analyses kunnen halen, kunnen we dus ook niet aan de GEES geven.”
“Gegevens verzamelen kost ook tijd, en de verschillende bronnen rapporteren lang niet altijd hetzelfde type gegevens”, verduidelijkt Christian Léonard verder. “Ook hun manier en frequentie van rapporteren verschilt. Onze rol is om al die gegevens samen te brengen, te verifiëren en te consolideren tot betekenisvolle informatie. Dat vraagt nu eenmaal tijd.”