Beschrijving van de testen
Toxoplasma gondii kan worden opgespoord door middel van:
- PCR
- Celkweken
Doel van de testen
Het opsporen van Toxoplasma gondii op foetaal bloed of op amnionvocht bij een zwangere vrouw om een eventuele diagnose van congenitale toxoplasmose te stellen bij de foetus.
Criteria voor het uitvoeren van deze test
Het referentiecentrum voert een PCR uit op amnionvocht van zwangere patiënten die een verhoogd risico op congenitale toxoplasmose hebben. Voor de prenatale diagnostiek van congenitale toxoplasmose zijn andere stalen (placenta, serum,…) niet gevalideerd en worden dan ook geweigerd.
De aanvraagformulieren moeten volledig worden ingevuld.
De sensitiviteit van de PCR op amnionvocht voor de diagnose van congenitale toxoplasmose ligt rond de 90%.
Door de hoge gevoeligheid van de PCR op amnionvocht, biedt de muisinoculatietest geen meerwaarde meer. De muistest wordt in deze context dus niet meer uitgevoerd.
Instructies voor monsters en transport
Amnionvocht PCR : 2-3 ml, bewaard bij 4°C; verzenden bij kamertemperatuur.
Om lyse van de parasiet, en dus verlies aan gevoeligheid van de test te vermijden, is het belangrijk dat de stalen ons zo snel mogelijk na de staalname toekomen, in een steriel recipiënt zonder toevoeging van een bewaar- of fixeermiddel. De stalen nooit invriezen, enkel bewaren bij + 4°C.
Onaanvaardbare vragen
- Onvolledig aanvraagformulier
- Monster niet geschikt voor analyse
- Incorrect transport / bewaring
- Onvoldoende volume
Turn around time
Antwoordtijd is afhankelijk van de test en het aantal ontvangen monsters. Antwoordtijd kan tot 1 week oplopen voor moleculaire technieken
Rapportering van testresultaten
Het laboratorium rapporteert de resultaten en opmerkingen en stuurt het naar het aanvragend laboratorium via de post of via medibridge voor UZ Brussel.