Beschrijving van de test
Zowel stammen van externe laboratoria als stammen gekweekt in het NRC worden onmiddellijk verder gekarakteriseerd voor de volgende parameters:
O-serogroepering, voor de meest frequente of belangrijke types: O157, O26, O103, O111, O121 en O145.
Virulentie genen die gecorreleerd zijn aan een hoger risico voor HUS ontwikkeling:
- eaeA: intimine
- stx2a en stx2d subtypen
- aaiC en aggR: enteroaggregatieve genen, worden in eerste lijn enkel uitgevoerd op stx2-positieve, eaeA-negatieve stammen
IS629 typering van STEC O157 isolaten: een moleculaire typeringsmethode om snel uitbraken met dit serotype te detecteren (niet gerapporteerd in routine)
Doel van de test
Op basis van deze testen kunnen we het risico voor het veroorzaken van HUS inschatten en uitbraken tijdig onderscheppen.
Criteria om deze test uit te voeren in het kader van de referentieactiviteiten
Alle stammen positief voor een Shiga toxine gen worden verder onderzocht.
Instructies voor monsters
Zie identificatie en confirmatie
Instructies voor transport
Zie identificatie en confirmatie
Onaanvaardbare aanvragen
- Indicaties
- Stammen zonder ingevuld formulier
- Staalname
- nvt
Turn around time (en frequentie van analyse)
Naargelang de bevindingen kan de analyse 3 tot 10 dagen duren.
Rapportering van testresultaten
Door beveiligde e-mail en via de post voor een eerste positief resultaat
Via de post voor de verdere karakterisatie
Via Medibridge voor de laboratoria en voorschrijvers die een aansluiting met het UZ Brussel hebben.
Ongeacht patiënt gebonden risico’s (vnl. leeftijd < 12 of > 75 jaar) wordt het risico voor de ontwikkeling van HUS na infectie met de getypeerde stam ingeschat als volgt:
Risico voor HUS ontwikkeling |
Shiga toxine (stx) (sub)type*
|
Hoog | stx2a of stx2d positieve stammen |
Intermediair | Andere stx2 positieve stammen (met of zonder stx1) |
Laag |
stx1 positieve stammen (zonder stx2) |
*De aanwezigheid van eaeA of aaiC/aggR genen werd ook geassocieerd met een hoger risico voor HUS ontwikkeling.