Sciensano is verantwoordelijk voor de epidemiologische surveillance van leishmaniasis in België. Hiervoor verzamelen we gegevens via het Nationaal Referentielaboratorium. Deze gegevens maken het mogelijk de incidentie van de ziekte te beschrijven, tendensen in de tijd te volgen en mogelijke risicofactoren voor besmetting te identificeren.
Leishmaniasis
Leishmaniasis
Leishmaniasis is een ziekte die wordt veroorzaakt door een eencellige parasiet (protozoa) van het geslacht Leishmania, die op mensen wordt overgedragen door beten van zandvliegen. De symptomen bij de mens hangen af van de ernst van de infectie en het type leishmaniasis. In België zijn alle gevallen reisgebonden.
Types leishmaniasis en symptomen
Er worden drie hoofdvormen van leishmaniasis onderscheiden:
- Bij cutane leishmaniasis, de meest voorkomende vorm, ontstaat een zweer op de plek waar de besmette zandvlieg bijt. Er kunnen meerdere zweren tegelijk ontstaan, op de verschillende bijtplekken. De zweren kunnen spontaan verdwijnen na maanden of jaren maar kunnen ernstige littekens achterlaten.
- Bij mucocutane leishmaniasis ontstaan de zweren op de slijmvliezen van bijvoorbeeld mond of neus en kunnen ze het hele gezicht vervormen.
- Bij viscerale leishmaniasis, de ernstigste vorm van de ziekte en ook bekend als kala azar, worden inwendige organen aangetast. Patiënten lijden aan vergroting van milt en lever, koorts, gewichtsverlies en bloedarmoede. De viscerale vorm kan dodelijk zijn zonder behandeling, maar kan ook latent zijn of slechts milde symptomen veroorzaken, afhankelijk van de weerstand van de gastheer.
Incubatieperiode
De incubatieperiode kan variëren van 10 dagen tot enkele jaren, maar gemiddeld verlopen er 2 tot 6 maanden vanaf de beet van de zandvlieg tot het ontstaan van symptomen.
Transmissie
Mensen worden meestal besmet door de beet van besmette vrouwelijke zandvliegen, meer bepaald de zandvliegsoorten van de geslachten Phlebotomus (Europa, Azië en Afrika) en Lutzomyia (Amerika). Die zandvliegen worden zelf besmet door een bloedmaaltijd te nemen bij een besmet dier of mens.
Van ten minste 20 soorten van de Leishmania-parasiet is gekend dat ze mensen infecteren. Ongeveer 70 diersoorten zijn geïdentificeerd als natuurlijke reservoirs voor de parasieten.
Sommige soorten van de Leishmania-parasiet kunnen ook worden verspreid via besmette naalden of bloedtransfusies. Ook congenitale overdracht (van een zwangere vrouw op haar baby) werd beschreven.
Diagnose
De diagnose van leishmaniasis is voornamelijk gebaseerd op symptomen, microscopische identificatie van de parasiet in geïnfecteerd weefsel, detectie van genetische materiaal via PCR en serologie; dit laatste is vooral van belang voor viscerale leishmaniasis.
Voorkomen over de hele wereld
De gevallen in België zijn allemaal gerelateerd aan reizen. In Europa zijn slechts twee transmissiecycli endemisch: menselijke viscerale en cutane leishmaniasis veroorzaakt door Leishmania infantum in het gehele Middellandse Zeegebied, en humane cutane leishmaniasis veroorzaakt door Leishmania tropica, die sporadisch voorkomt in Griekenland en waarschijnlijk ook in aangrenzende landen.
Deze ziekte komt veel voor in tropische gebieden en wordt beschouwd als een verwaarloosde tropische ziekte. Wereldwijd doen zich naar schatting 1,3 miljoen nieuwe gevallen per jaar voor, waarvan er 20.000 tot 30.000 overlijden.
Behandeling
Leishmaniasis is een behandelbare ziekte, die echter kan terugkomen, zelfs als de behandeling effectief is geweest.
Preventie
Er bestaan geen vaccins of geneesmiddelen om besmetting te voorkomen. De beste manier om besmetting te voorkomen als u naar endemische gebieden reist, is om u te beschermen tegen zandvliegbeten. Dat kan door de huid te bedekken, onder een bednet te slapen en insectenspray te gebruiken, vooral van zonsondergang tot de ochtend, wanneer zandvliegen meestal het actiefst zijn, en in vochtige gebieden, waar zandvliegen gewoonlijk leven.