In 2024 werden in België 111.065 sterfgevallen opgetekend, terwijl er op basis van het statistische model 112.312 verwacht werden. Dat komt neer op een ondersterfte van -1,1 % met 1.247 minder sterfgevallen dan verwacht. De ondersterfte is meer uitgesproken bij mensen tussen 65 en 84 jaar (842 minder sterfgevallen; -1,7 %). Alle leeftijden samengenomen hadden mannen en vrouwen een vergelijkbare ondersterfte (-0,9 % en -0,8 % respectievelijk), met 490 minder sterfgevallen bij mannen en 484 bij vrouwen.
Verschillen per gewest
Over de volledige bevolking bekeken, was er ondersterfte in Vlaanderen en Wallonië, maar niet in Brussel (Zie tabel 1).
- In Vlaanderen was de ondersterfte te zien in alle leeftijdsgroepen, behalve bij personen van 85 jaar en ouder (424 extra sterfgevallen, +1,4 % oversterfte).
- In Wallonië is er ook sprake van ondersterfte in alle leeftijdsgroepen, behalve bij personen onder de 65 jaar (157 extra sterfgevallen, +2,7 % oversterfte).
- In Brussel werd een oversterfte vastgesteld in alle leeftijdsgroepen, voornamelijk bij personen onder de 65 jaar (80 extra sterfgevallen, +6,1 % oversterfte).

Hoewel er geen directe surveillance meer is van het aantal sterfgevallen door COVID-19, en het daardoor minder vanzelfsprekend is om de invloed ervan op de oversterfte te bepalen, zijn er nog andere surveillances om de circulatie en impact van COVID-19 in te schatten (zoals het wekelijkse bulletin over acute luchtweginfecties). Zo toont de monitoring van het rioolwater aan dat de circulatie van SARS-CoV-2 begin 2024 nog aanzienlijk was. Later in het jaar werden twee golven waargenomen, met pieken in juli en september, die minder intens waren dan de vorige golven. Hiermee gingen ook ziekenhuisopnames gepaard, maar net zoals in 2023 waren deze minder omvangrijk dan in voorgaande jaren.
Hitte
Tijdens de zomer van 2024 werd, voor het eerst sinds 2011, de waarschuwingsfase van het hitteplan geen enkele keer geactiveerd. Toch waren er meerdere dagen met maximale temperaturen boven de 30 °C. Op 26 juni 2024 werden bovendien ozonpieken geregistreerd, waarbij de Europese informatiedrempel (180 µg/m3) op twee meetpunten in Vlaanderen werd overschreden. Over de gehele zomerperiode (week 20 tot 40) werd een oversterfte van +1,1 % vastgesteld, wat neerkomt op 438 extra sterfgevallen (Tabel 2).

Griepepidemie
Het jaar 2024 begon met de voortzetting van de griepepidemie van het winterseizoen 2023-2024, die 11 weken heeft geduurd (van 11 december 2023 tot 25 februari 2024). Tijdens deze periode was de oversterfte relatief laag, met 501 extra sterfgevallen (+1,9 % oversterfte). Het grootste deel van de oversterfte tijdens deze griepepidemie deed zich voor in januari 2024, na een koudegolf en hogere concentraties van fijn stof.
Eind 2024 deed zich, zoals verwacht, een RSV-epidemie voor, die rond dezelfde tijd zijn piek bereikte als de start van de griepepidemie van het winterseizoen 2024-2025. Deze griepepidemie is echter nog niet voorbij en we hebben geen significante oversterfte waargenomen in december 2024.
Historische vergelijking van de oversterfte
Dit is het tweede jaar op rij met ondersterfte. In 2023 was deze ondersterfte echter meer uitgesproken, met 2.720 sterfgevallen minder dan verwacht (-2,4 %). Dit blijft uitzonderlijk: in de afgelopen 20 jaar was er slechts drie keer sprake van ondersterfte, namelijk in 2014, 2023, en 2024.

Er zijn verschillende hypotheses die de ondersterfte in 2024 kunnen verklaren:
- De oversterfte tijdens de COVID-19-pandemiejaren (2020-2022).
- De risicofactoren op gebied van meteorologie, milieu en infectieziekten vertoonden geen extreme waarden in 2024.
Methodologie
De oversterfte wordt geschat door het aantal waargenomen sterfgevallen te vergelijken met het aantal verwachte sterfgevallen, waarbij dit laatste wordt berekend op basis van de gegevens van de voorgaande vijf jaar. Het Be-MOMO-model werd al in juni 2021 aangepast na de uitzonderlijk hoge oversterfte in 2020 (in verband met de COVID-19-epidemie en een hittegolf), om te verzekeren dat het model toekomstige gezondheidsbedreigingen kon blijven detecteren.
Statbel, het Belgische statistiekbureau, heeft onlangs ook gedetailleerde sterftecijfers gepubliceerd voor 2024. Er kunnen verschillen zijn tussen de cijfers van Statbel en die van Sciensano via het Be-MOMO-model (Belgian Mortality Monitoring). Dit is het gevolg van methodologische verschillen zoals het uitsluiten van sterfgevallen in het buitenland, of verschillen in de wegingsmethodiek om het verwachte aantal sterfgevallen te berekenen.
Meer informatie over oversterfte is te vinden op Epistat en in het wekelijkse bulletin over acute luchtweginfecties.
Analyses zijn gebaseerd op de extractie van het Rijksregister op 18 januari 2025 voor de sterftegegevens alle oorzaken.