Studie beoordeelt en vergelijkt voor het eerst de engagementen en praktijken voor een gezondere voedingsomgeving van de grootste voedingsbedrijven in België

Gepubliceerd op: 
dinsdag, 24 augustus 2021
Last updated on 24-8-2021 by Hanne Reyners

Het BIA-Obesity-project bestudeerde voor het eerst de engagementen en praktijken van de grootste Belgische voedingsbedrijven op het vlak van voeding, gezondheid en obesitaspreventie. Voor elk bedrijf werden hun voedingsgerelateerde engagementen en praktijken  beoordeeld en samengevat in een scorekaart op basis van een internationaal gestandaardiseerde methode. De studie laat toe om te zien op welke punten bedrijven goed scoren in hun bijdrage aan een gezondere voedingsomgeving, waar het beter kan en hoe ze presteren in vergelijking met hun sectorgenoten.

Obesitas en voedingsgerelateerde chronische ziekten zijn belangrijke gezondheidsproblemen in België en worden onder meer veroorzaakt door een ongezonde voedingsomgeving. Een ongezonde voedingsomgeving is een omgeving die door omstandigheden (economisch, fysiek en beleidsmatig) de keuze voor ongezonde voeding en drank gemakkelijker maakt dan deze voor gezonde voeding. Naast de overheid, heeft ook de voedingsindustrie een belangrijke rol te spelen bij de totstandbrenging van een gezondere voedselomgeving.

Sciensano selecteerde de 31 grootste voedingsbedrijven in België in de volgende sectoren: fabrikanten van verpakte voeding en niet-alcoholische dranken (N=19), snelbedieningsrestaurants (N=7) en supermarkten (N=5).

Vervolgens pasten de onderzoekers de internationaal ontwikkelde “Business Impact Assessment on Obesity and Population Nutrition” (BIA-Obesity) methode voor het eerst toe in België. Die methode evalueert de engagementen en praktijken van bedrijven in 6 actiedomeinen:

  1. Voedingsstrategie van het bedrijf
  2. Productformulering
  3. Productetikettering
  4. Product- en merkpromotie
  5. Producttoegankelijkheid
  6. Relaties met andere organisaties. 

Voor alle 31 geselecteerde bedrijven werden de publiek beschikbare engagementen op deze 6 punten geanalyseerd. Dit omvatte een analyse van bedrijfswebsites, jaarverslagen, persberichten en websites van federaties en overheden. De onderzoekers namen ook contact op met de bedrijven om de publiek beschikbare informatie aan te vullen en te bevestigen. Meer dan de helft van de geselecteerde bedrijven (N=18) ging hierop in en nam actief deel aan het onderzoeksproces.

Engagementen van de Belgische voedingsbedrijven

De totaalscores voor de engagementen van de bedrijven inzake voeding, gezondheid en obesitaspreventie in 2020 schommelden tussen 2% en 75%. Er is dus een grote variatie in de scores voor engagementen tussen de bedrijven, die allen nog grote stappen kunnen zetten om hun engagementen te verbeteren. Over het algemeen lagen de scores voor zelfbedieningsrestaurants lager dan voor supermarkten en fabrikanten van verpakte voeding en niet-alcoholische dranken.

De meeste bedrijven hadden een voedingsstrategie opgesteld. Sommige bedrijven engageerden zich om de Nutri-Score op hun producten te vermelden of om de gehaltes aan zout, suiker en verzadigd vet in specifieke productcategorieën te verminderen. Engagementen binnen de actiedomeinen ‘Producttoegankelijkheid’ en ‘Product- en merkpromotie’ waren echter het zwakst.

Binnen het domein ‘Voedingsstrategie van het bedrijf’ keken de onderzoekers naar het overkoepelende beleid en de engagementen van het bedrijf op het vlak van obesitaspreventie en de verbetering van de voeding en gezondheid van de bevolking. Binnen het domein ‘Producttoegankelijkheid’ werden de beschikbaarheid en betaalbaarheid van ‘gezondere’ voedingsmiddelen ten opzichte van de ‘minder gezonde’ beoordeeld. Concreet werden bijvoorbeeld het aandeel gezonde producten binnen het volledige productportfolio van een voedingsbedrijf en de prijs- en kortingsstrategie onder de loep genomen. Binnen het domein ‘Product- en merkpromotie’ werden engagementen bekeken om de bloostelling van kinderen aan reclame voor ongezonde voeding te verminderen. 

Een belangrijk punt, dat door ander onderzoek wordt ondersteund, is dat de huidige vrijwillige verbintenissen om de marketing gericht op kinderen te beperken niet doeltreffend zijn. De voedingsbedrijven beloven zich niet rechtstreeks op kinderen te richten, maar dat verhindert niet dat een groot aantal kinderen wel wordt blootgesteld aan reclame voor ongezonde voeding. Voedingsbedrijven zouden hun beleid en acties op dit gebied zeker moeten aanscherpen”, aldus Sciensano-onderzoekster Stefanie Vandevijvere.

Praktijken van de Belgische voedingsbedrijven

De onderzoekers keken niet enkel naar de engagementen van de voedingsbedrijven, maar ook naar hun bedrijfspraktijken op het vlak van productformulering, productetikettering en product- en merkpromotie.

Fabrikanten van verpakte voeding en niet-alcoholische dranken:

  • Van de 18 geselecteerde fabrikanten waren er in 2018 slechts 2 waarbij meer dan de helft van de producten in hun portfolio een Nutri-Score A had. Bij 5 bedrijven bestond meer dan de helft van hun gamma uit producten met Nutri-Score E. 
  • 3 van de 18 fabrikanten hadden een productportfolio dat volledig uit ultrabewerkte voedingsmiddelen bestaat.
  • 5 van de 18 fabrikanten hadden in hun portfolio uitsluitend producten die volgens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie niet geadverteerd mogen worden naar kinderen.
  • Eind 2019 stond op 34% van de producten van Iglo en Danone de Nutri-Score vermeld. Beide bedrijven presteerden daarmee het best voor deze indicator.      

Supermarkten:

  • In de portfolio’s van Aldi, Carrefour, Colruyt, Delhaize en Lidl was het percentage producten met Nutri-Score D of E tussen 39% en 55% in 2018.
  • Delhaize vermeldde eind 2019 de Nutri-Score op de voorkant van 30% van haar producten, en scoorde daarmee het best voor deze indicator.
  • Van de 5 geselecteerde supermarkten, promootte Aldi het vaakst vers fruit en verse groenten in haar flyer en Colruyt het minst.   

Snelbedieningsrestaurants:

  • Tussen de 41% en de 48% van de producten in de portfolio’s van McDonald’s, Panos, Paul en Quick hadden een Nutri-Score D of E in 2020. Voor de producten van Domino’s Pizza was dit slechts 13%. 
  • Minder dan 50% van het productportfolio van deze snelbedieningsrestaurants mag geadverteerd worden naar kinderen volgens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Voor 3 snelbedieningsrestaurants was dit minder dan 10%. 
  • 4 snelbedieningsrestaurants hadden in 2020 meer dan 50% van hun verkooppunten in Vlaanderen op minder dan 500m afstand van een basisschool. 

Onderzoekster Stefanie Vandevijvere concludeert: “De BIA-Obesity scores tonen aan dat er voor de Belgische voedingsbedrijven nog veel ruimte voor verbetering is, in het bijzonder met betrekking tot het reduceren van reclame voor ongezonde voeding gericht op kinderen en de toegankelijkheid (i.e. aanbod en prijs) van gezonde producten. Deze eerste BIA-Obesity evaluatie voor België geeft aanbevelingen op maat voor elk bedrijf om hen aan te sporen hun verbintenissen en hun praktijken te verbeteren. Het gaat dan onder meer om een bredere toepassing van de Nutri-Score, het opstellen van concrete doelstellingen om de gehaltes zout, suiker, verzadigd vet en energie binnen het volledige gamma producten te verminderen en het afschaffen van adverteertechnieken met een sterkte aantrekkingskracht op kinderen, die gebruikt worden om ongezonde voedingsmiddelen te promoten.” 

Lees het volledige rapport: PDF-pictogram BIA-Obesity results 2021.pdf (beschikbaar in het Engels) 
of de samenvatting in het Nederlands PDF-pictogram BIA-Obesity resultaten 2021.pdfFrans PDF-pictogram Rapport BIA-obesity 2021.pdf

 

QR code

QR code for this page URL