Onderzoek van de Universiteit Gent samen met het federale onderzoekscentrum Sciensano toont dat de Belgische bevolking te weinig vitamine A en D binnenkrijgt via voeding.
Vitamine A: evenwichtige voeding nodig
Het merendeel van de Belgische bevolking haalt te weinig vitamine A uit voeding. Dit valt vooral op bij adolescenten (37%), zwangere vrouwen (32%) en vrouwen die borstvoeding geven (67%). Genoeg vitamine A innemen is belangrijk voor het zicht, de voortplanting, de embryonale ontwikkeling, de groei en de immuniteit.
“Een gevarieerde en evenwichtige voeding levert normaal gezien voldoende vitamine A”, aldus onderzoekster Isabelle Moyersoen van Sciensano. Een gezonde en evenwichtige voeding is dus van groot belang voor een goede gezondheid.”
Is het dan een goed idee om extra vitamine A te slikken uit supplementen of voeding te gaan verrijken met vitamine A? Dat raadt de onderzoekster sterk af. “De veiligheidsmarge tussen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor vitamine A en de maximale toelaatbare inname is zeer klein. Je kan dus al snel te veel vitamine A binnenkrijgen. En dat is ook gevaarlijk voor de gezondheid. Vooral zwangere vrouwen moeten opletten met te veel vitamine A, omdat dat aanleiding kan geven tot aangeboren afwijkingen bij het kind”, aldus Moyersoen.
Vitamine D: focus op zwangerschap en borstvoeding
Vitamine D wordt voornamelijk aangemaakt in de huid onder invloed van de zon. Wie weinig in de zon komt, neemt best vitamine D in via voeding, verrijkte voeding en supplementen. Het merendeel van de Belgische bevolking neemt echter te weinig vitamine D in via deze voedingsbronnen: slechts ongeveer een derde van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.
Supplementen met vitamine D zijn vooral belangrijk bij jonge kinderen voor wie directe blootstelling aan de zon wordt ontraden. Moedermelk bevat immers nagenoeg geen vitamine D. Aan kunstmelk wordt wel vitamine D toegevoegd, maar nog altijd minder dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.
Ook zwangere vrouwen nemen beter extra vitamine D in, omdat een tekort aan vitamine D tijdens de zwangerschap aanleiding kan geven tot een vertraging van de groei en skeletafwijkingen bij het kind. De studie toont aan dat 13% van de zuigelingen die borstvoeding krijgen, 31% van de zuigelingen die kunstmelk drinken, en ongeveer 30% van de zwangere vrouwen geen vitamine-D-supplement innemen.
“Bij de zuigelingen die vitamine-D-supplementen innemen zien we bovendien dat 26% te veel vitamine D inneemt via supplementen”, voegt Moyersoen toe. “De Hoge Gezondheidsraad beveelt aan kinderen een vitamine-D-supplement aan van 10 microgram per dag. Toch zien we dat er op het terrein grote verschillen zijn in aanbevelingen voor vitamine-D-supplementen. Op nationaal niveau zou best een consensus bereikt worden om een teveel aan vitamine D te vermijden. Want ook dat kan slecht zijn voor de gezondheid”, besluit de onderzoekster.
Op het niveau van de totale Belgische bevolking stelden de onderzoekers vast dat verrijkte voeding onvoldoende bijdraagt tot de inname van vitamine D. Bovendien neemt slechts 25% van de bevolking vitamine-D-supplementen. Uit verder onderzoek door Sciensano is gebleken dat een vitamine-D-verrijking van voedingsproducten op nationaal vlak een veelbelovende strategie is om een voldoende vitamine-D-inname van de Belgische bevolking te verzekeren.
Het onderzoek
Met dit door de FOD Volksgezondheid gefinancierd onderzoek wilden de Universiteit Gent en het federale onderzoekscentrum Sciensano het risico meten op een ontoereikende en overmatige inname van vetoplosbare vitamines door de consumptie van voeding, verrijkte voeding en supplementen.
Voor de gegevens over de vitamine-inname bij de Belgische bevolking baseerden de onderzoekers zich op de Belgische nationale voedselconsumptiepeiling van Sciensano. Voor de risicogroepen (zuigelingen, peuters, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven) namen de onderzoekers enquêtes af waarbij de deelnemers werden gerekruteerd via Kind en Gezin, ONE en ziekenhuizen representatief verdeeld over België. Om na te gaan of de inname al dan niet toereikend was, werd de populatie-inname getoetst aan voedingsnormen zoals vastgelegd door het European Food Security Authority.