In het kort
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) is verantwoordelijk voor de beoordeling van registratiedossiers die door commerciële fabrikanten worden aangevraagd voor het gebruik van (genetisch gemodificeerde) micro-organismen in levensmiddelen/diervoeders. Met behulp van whole-genome sequencing (WGS), d.w.z. het uitlezen van de inhoud van het genetische materiaal in een monster, is een grondige risicobeoordeling van deze micro-organismen mogelijk om de veiligheid van de Europese consument te waarborgen. In dit dienstverleningsproject heeft EFSA onze expertise op dit gebied opgeroepen om gegevens te analyseren voor specifieke dossiers en te helpen bij de ontwikkeling van bio-informaticasoftware voor de routinematige analyse van de WGS-gegevens.
Projectbeschrijving
Al dan niet genetisch gemodificeerde micro-organismen kunnen in de voedselketen worden gebruikt als werkzame stoffen of als productiestammen van relevante stoffen. In Europa zijn dergelijke micro-organismen of afgeleide stoffen/producten onderworpen aan een vergunningsprocedure voordat zij in de handel worden gebracht, waarbij de noodzaak van een risicobeoordeling wordt vastgesteld. Tijdens dit proces moeten bedrijven die hun producten op de Europese markt willen brengen een technisch dossier met informatie over deze producten indienen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA). De EFSA maakt sinds kort gebruik van Whole Genome Sequencing (WGS) en op WGS gebaseerde gegevensanalyse voor de identificatie, karakterisering en veiligheidsbeoordeling van micro-organismen. De EFSA heeft momenteel een aanbesteding lopen voor de ontwikkeling en uitvoering van gestandaardiseerde pijplijnen voor de analyse van WGS-gegevens van deze technische dossiers. Het eerste doel van het project is het verlenen van bijstand bij de analyse van WGS-gegevens voor een aantal toepassingen voor gereglementeerde producten die betrekking hebben op micro-organismen, met name door kwaliteitscontrole van de gegevens, taxonomische identificatie van het organisme en opsporing van de aanwezigheid van risicovolle genen. Het tweede doel is het testen, debuggen en adviseren bij het opzetten van drie pijplijnen voor op WGS gebaseerde analyse van bacteriën, gisten/filamenteuze schimmels en virussen.