In het kort
Sinds begin 2000 wordt er in heel wat landen een alarmerende mortaliteit van kolonies honingbijen (Apis Mellifera) gemeld. In het recente Europese project Epilobee was de mortaliteit van kolonies honingbijen in België de hoogste van de deelnemende landen in 2012-2014. Onze dienst Veterinaire epidemiologie biedt epidemiologische ondersteuning aan het Belgische Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in een recurrent onderzoek van bijensterfte. In dit project beschrijven we en bewaken we de mortaliteit van kolonies honingbijen en de variatie in tijd en ruimte over heel België.
Projectbeschrijving
In dit project beschrijven we de monitoring van de mortaliteit van kolonies honingbijen in België en de variatie ervan in tijd (tussen drie inspecties) voor de periode 2017-2018.
Volgens de regelgeving van de Europese Unie en aan de hand van een gerandomiseerd onderzoek in 2 fasen, werden 20 bijenstallen in elke Belgische provincie en tot 6 bijenkasten per bijenstal geselecteerd onder de 6.000 officieel geregistreerde bijenhouders in België.
Bij 174 bijenstallen (van 200 geselecteerde bijenstallen) werden 3 bezoeken uitgevoerd:
- het eerste in de herfst van 2017, toen de kolonies zich klaarmaakten voor de winter
- het tweede in de lente van 2018, nadat de bijen begonnen waren met de zoektocht naar voedsel
- het derde in de zomer van 2018, het actieve seizoen.
Het veldonderzoek omvatte rechtstreekse observaties, interviews en metingen door opgeleide inspecteurs van het FAVV. De vragenlijst leverde informatie over:
- eigenschappen van de kolonie: zoals mortaliteit, demografie en detectie van Varroa Destructor mijten
- managementpraktijken op het vlak van bijenhouden: zoals de ervaring van de bijenhouders, het aantal kolonies dat ze beheren, de aanpak van Varroa Destructor.
De tijdens de winter gewogen mortaliteit van de kolonie in 2017-2018 werd geraamd op 23,8 % (95 % betrouwbaarheidsindex (95 % BI): 21,7 % — 26,1 %) voor België.
Overige risicofactoren worden momenteel geanalyseerd en gerangschikt om te onderzoeken of risicofactoren en rangschikking identiek zijn aan degene die geïdentificeerd waren bij vorige (2016-2017) ramingen van wintersterfte (29,3 %; 95 % BI: 23,2 % — 36,0 %). In deze studie gebaseerd op Random Forest-modellering werden risicofactoren geïdentificeerd en gerangschikt (in aflopende volgorde) met behulp van het onzuiverheidscriterium van Gini:
- Varroa Destructor infectieniveau
- dichtheid van bijenhouders in de omgeving
- locatie van de bijenstal (gemeente)
- grootte van de bijenstal (aantal bijenkasten)
- demografische indicator vóór de winter (vitaliteit)
- subsoorten van bijen
- ervaring van de bijenhouder.
Als partner in een permanent verbeteringsproces biedt onze dienst Veterinaire Epidemiologie nu ondersteuning aan het FAVV om het onderzoeksformulier voor surveillance te verfijnen en aan te passen dat zal worden voorgesteld aan de bijenhouders bij de volgende onderzoeken.