Enkelvoudig onverzadigde vetzuren

Last updated on 8-7-2025 by Thérésa Lebacq

Waarom bestuderen we de inname van enkelvoudig onverzadigd vet?

  • Alle vetten zijn een combinatie van verzadigde en onverzadigde vetzuren. Onverzadigde vetten kunnen verder worden onderverdeeld in enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetten. Vetten die over het algemeen rijk zijn aan onverzadigde vetten blijven zacht of vloeibaar bij kamertemperatuur (bv. plantaardige oliën, met uitzondering van palm- en kokosolie). Onverzadigde vetten ondersteunen de gezondheid van het hart door het cholesterolgehalte te verbeteren (d.w.z. het LDL (‘slechte’) cholesterol te verlagen terwijl het HDL (‘goede’) cholesterol behouden blijft), terwijl ze een rol spelen bij het verlagen van het risico op hart- en vaatziekten en het verbeteren van de insulinegevoeligheid. Enkelvoudig onverzadigde vetten kunnen, in tegenstelling tot meervoudig onverzadigde vetten, door het menselijk lichaam worden gesynthetiseerd en worden daarom niet als essentieel beschouwd. 
  • Enkelvoudig onverzadigde vetten komen voor in zowel plantaardige als dierlijke voeding. De rijkste plantaardige bronnen zijn olijfolie, zonnebloemolie, koolzaadolie, avocado’s en de meeste noten en zaden. Vooral olijfolie is rijk aan het enkelvoudig onverzadigde vetzuur ‘oliezuur’, dat helpt om het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen. Dierlijke bronnen zijn rood vlees en volle melkproducten. 
  • Aangezien onverzadigde vetten worden aanbevolen als een gezonde bron van vet binnen een evenwichtige voeding, wordt aanbevolen (Nordic Nutrition Recommendations) om enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetten te kiezen ter vervanging van verzadigde vetzuren.

 

Hoe bestuderen we het?

  • De gebruikelijke inname van enkelvoudig onverzadigde vetten werd geanalyseerd met het SPADE®-programma. De gedetailleerde methodologie is hier te vinden.
  • De gebruikelijke inname van enkelvoudig onverzadigde vetten wordt uitgedrukt als een percentage van de energie-inname (En%). Door de inname van enkelvoudig onverzadigde vetten uit te drukken als een percentage van de energie-inname, is het mogelijk om groepen met verschillende energiebehoeften — zoals mannen en vrouwen, of kinderen en volwassenen — met elkaar te vergelijken.
  • Om inzicht te krijgen in het percentage van de bevolking met een voldoende, overmatige of onvoldoende inname van enkelvoudig onverzadigde vetten, werd de innameverdeling van enkelvoudig onverzadigde vetten geëvalueerd ten opzichte van de referentiewaarde van 10-20 En%, zoals vastgesteld in de Nordic Nutrition Recommendations. 

BELANGRIJKSTE RESULTATEN

De totale bijdrage van enkelvoudig onverzadigde vetten aan de energie-inname bedraagt 15 En%
91% heeft een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten binnen de referentiewaarden, 5% zit onder de lage referentiewaarde en 4% zit boven de hoge referentiewaarde
Kinderen (3-9 jaar) en volwassenen van 65 jaar en ouder hebben minder vaak een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten binnen de referentiewaarden dan adolescenten (10-17 jaar) en volwassenen (18-64 jaar)
Zowel de inname van enkelvoudig onverzadigde vetten als het percentage van de bevolking met een inname binnen de referentiewaarden is gestegen tussen 2014-2015 en 2022-2023
Vlees en plantaardige alternatieven (21%) en vetten en oliën (18%) leveren de grootste bijdrage aan de inname van enkelvoudig onverzadigde vetten

Volgens leeftijd en geslacht

Gemiddelde inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (En%) in de bevolking van 3 jaar en ouder, volgens leeftijd en geslacht, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status. 
  • Oudere volwassenen (65 jaar en ouder) omvatten geen personen die in zorginstellingen verblijven, personen die in het ziekenhuis liggen of personen die aanzienlijke hulp nodig zouden gehad hebben tijdens de interviews (bv. mensen met cognitieve beperkingen).
  • En% = energiepercentage. Dit staat voor het percentage van de dagelijkse energie-inname dat afkomstig is van enkelvoudig onverzadigde vetten in de voeding. Het werd berekend door de totale dagelijkse inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (g) te vermenigvuldigen met 9 kcal per gram en te delen door de totale dagelijkse energie-inname (kcal).
  • De totale bijdrage van enkelvoudig onverzadigde vetten aan de energie-inname bedraagt 15 En%.   
  • Er is geen verschil in de inname van enkelvoudig onverzadigde vetten tussen mannen en vrouwen.
  • Op basis van het gecombineerde gemiddelde voor mannen en vrouwen, is de inname van enkelvoudig onverzadigde vetten lager bij kinderen van 3-9 jaar en volwassenen van 65 jaar en ouder (14 En%) dan bij adolescenten van 10-17 jaar en volwassenen van 18-64 jaar (15 En%).

Percentage van de bevolking van 3 jaar en ouder met een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (En%) (A) onder en (B) boven de referentiewaarden, volgens leeftijd en geslacht, België: 2022-2023

A. Percentage onder de lage referentiewaarde

  • Slechts een klein percentage van de bevolking (5%) heeft een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten dat onder de lage referentiewaarde ligt.
  • Over het algemeen is er geen verschil tussen mannen en vrouwen in het percentage dat onder de lage referentiewaarde valt (beiden 5%). Op basis van de beschikbare gegevens kunnen we niet vaststellen of de geslachtsverschillen in bepaalde leeftijdsgroepen significant zijn.
  • Kinderen (3-9 jaar) (8%) en volwassenen van 65 jaar en ouder (9%) consumeren vaker minder dan de lage referentiewaarde in vergelijking met adolescenten van 10-17 jaar (4%) en volwassenen van 18-64 jaar (3%).  

B. Percentage boven de hoge referentiewaarde

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Oudere volwassenen (65 jaar en ouder) omvatten geen personen die in zorginstellingen verblijven, personen die in het ziekenhuis liggen of personen die aanzienlijke hulp nodig zouden gehad hebben tijdens de interviews (bv. mensen met cognitieve beperkingen).
  • De resultaten zijn gebaseerd op voedingsreferentiewaarden gedefinieerd als gemiddelde behoeften. Het percentage onder de lage referentiewaarde (<10 En%) en boven de hoge referentiewaarde (>20 En%) werd berekend.
  • Een klein percentage van de bevolking (4%) heeft een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten boven de hoge referentiewaarde
  • Over het algemeen is er geen verschil tussen mannen en vrouwen in het percentage dat de hoge referentiewaarde overschrijdt (respectievelijk 3% en 5%). Op basis van de beschikbare gegevens kunnen we niet vaststellen of de geslachtsverschillen in bepaalde leeftijdsgroepen significant zijn.
  • Kinderen (3-9 jaar) en volwassenen van 65 jaar en ouder overschrijden minder vaak de hoge referentiewaarde voor enkelvoudig onverzadigde vetten (2%), vergeleken met adolescenten (10-17 jaar; 4%) en volwassenen (18-64 jaar; 5%).




     
  • Geconcludeerd kan worden dat het grootste deel van de bevolking (91%) een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten binnen de referentiewaarden heeft. Er is geen verschil tussen vrouwen en mannen in het percentage dat binnen de referentiewaarden van enkelvoudig onverzadigde vetten valt, maar kinderen (3-9 jaar) (90%) en volwassenen van 65 jaar en ouder (89%) voldoen minder vaak aan de referentiewaarden van enkelvoudig onverzadigde vetten dan adolescenten (10-17 jaar; 92%) en volwassenen (18-64 jaar; 92%).  

Volgens opleidingsniveau

Gemiddelde inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (En%) in de bevolking van 3 jaar en ouder, volgens opleidingsniveau, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Het opleidingsniveau wordt berekend op het niveau van het huishouden door rekening te houden met het hoogste diploma behaald door: (i) de respondenten of hun partner voor volwassenen (van 18 jaar en ouder), of (ii) de vader en moeder (of verzorger, indien van toepassing) voor kinderen en adolescenten (van 3 tot 17 jaar). Gemakshalve verwijzen we echter naar het opleidingsniveau van individuen in plaats van naar het opleidingsniveau van hun huishoudens.
  • En% = energiepercentage. Dit staat voor het percentage van de dagelijkse energie-inname dat afkomstig is van enkelvoudig onverzadigde vetten in de voeding. Het werd berekend door de totale dagelijkse inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (g) te vermenigvuldigen met 9 kcal per gram en te delen door de totale dagelijkse energie-inname (kcal).
  • Er is geen verschil in de bijdrage van enkelvoudig onverzadigde vetten aan de energie-inname volgens opleidingsniveau. 

Percentage van de bevolking van 3 jaar en ouder met een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (En%) (A) onder en (B) boven de referentiewaarden, volgens opleidingsniveau, België: 2022-2023

A. Percentage onder de lage referentiewaarde

  • Er zijn geen verschillen in de percentages onder de lagere of boven de hogere referentiewaarde volgens opleidingsniveau.



     
  • Over het geheel genomen zijn er geen verschillen in het percentage van de bevolking met een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten binnen de referentiewaarden volgens opleidingsniveau.  

B. Percentage boven de hoge referentiewaarde

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Het opleidingsniveau wordt berekend op het niveau van het huishouden door rekening te houden met het hoogste diploma behaald door: (i) de respondenten of hun partner voor volwassenen (van 18 jaar en ouder), of (ii) de vader en moeder (of verzorger, indien van toepassing) voor kinderen en adolescenten (van 3 tot 17 jaar). Gemakshalve verwijzen we echter naar het opleidingsniveau van individuen in plaats van naar het opleidingsniveau van hun huishoudens.
  • De resultaten zijn gebaseerd op voedingsreferentiewaarden gedefinieerd als gemiddelde behoeften. Het percentage onder de lage referentiewaarde (<10 En%) en boven de hoge referentiewaarde  (>20 En%) werd berekend.
 

Volgens regio

Gemiddelde inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (En%) in de bevolking van 3 jaar en ouder, volgens regio, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status. 
  • Brussel is uitgesloten van de regionale vergelijking vanwege een onvoldoende aantal deelnemers, maar is wel opgenomen in de nationale gegevens van België.
  • En% = energiepercentage. Dit staat voor het percentage van de dagelijkse energie-inname dat afkomstig is van enkelvoudig onverzadigde vetten in de voeding. Het werd berekend door de totale dagelijkse inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (g) te vermenigvuldigen met 9 kcal per gram en te delen door de totale dagelijkse energie-inname (kcal).
  • Er is geen verschil in de bijdrage van enkelvoudig onverzadigde vetten aan de energie-inname tussen Vlaanderen en Wallonië.

Percentage van de bevolking van 3 jaar en ouder met een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (En%) (A) onder en (B) boven de referentiewaarden, volgens regio, België: 2022-2023

A. Percentage onder de lage referentiewaarde

  • Er zijn geen regionale verschillen in de percentages die minder dan de lagere referentiewaarde of meer dan de hoge referentiewaarde van enkelvoudig onverzadigde vetten consumeren.




     
  • In het algemeen is er geen verschil tussen Vlaanderen en Wallonië in het percentage van de bevolking met een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten binnen de referentiewaarden. 

B. Percentage boven de hoge referentiewaarde

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Brussel is uitgesloten van de regionale vergelijking vanwege een onvoldoende aantal deelnemers, maar is wel opgenomen in de nationale gegevens van België.
  • De resultaten zijn gebaseerd op voedingsreferentiewaarden gedefinieerd als gemiddelde behoeften. Het percentage onder de lage referentiewaarde (<10 En%) en boven de hoge referentiewaarde (>20 En%) werd berekend.
 

Volgens jaar

Gemiddelde inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (En%) in de bevolking van 3 tot 64 jaar, volgens jaar, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Volwassenen van 65 jaar en ouder werden niet opgenomen omdat zij geen deel uitmaakten van de doelpopulatie van het onderzoek van 2014-2015.
  • En% = energiepercentage. Dit staat voor het percentage van de dagelijkse energie-inname dat afkomstig is van enkelvoudig onverzadigde vetten in de voeding. Het werd berekend door de totale dagelijkse inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (g) te vermenigvuldigen met 9 kcal per gram en te delen door de totale dagelijkse energie-inname (kcal).
  • De bijdrage van enkelvoudig onverzadigde vetten aan de energie-inname steeg van 12 En% in 2014-2015 naar 15 En% in 2022-2023 in de bevolking van 3-64 jaar. 

Percentage van de bevolking van 3 tot 64 jaar en ouder met een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten (En%) (A) onder en (B) boven de referentiewaarden, volgens jaar, België: 2022-2023

A. Percentage onder de lage referentiewaarde

  • Het percentage van de bevolking in de leeftijd van 3-64 jaar met een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten onder de lage referentiewaarde daalde van 17% naar 4%, terwijl het percentage boven de hoge referentiewaarde steeg van 0,4% naar 4,7%.



     
     
  • Concluderend kan worden gesteld dat het percentage van de bevolking in de leeftijd van 3-64 jaar met een inname van enkelvoudig onverzadigde vetten binnen de referentiewaarden is gestegen van 83% in 2014-2015 naar 92% in 2022-2023. 

B. Percentage boven de hoge referentiewaarde

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status. 
  • Volwassenen van 65 jaar en ouder werden niet opgenomen omdat zij geen deel uitmaakten van de doelpopulatie van het onderzoek van 2014-2015.
  • De resultaten zijn gebaseerd op voedingsreferentiewaarden gedefinieerd als gemiddelde behoeften. Het percentage onder de lagere referentiewaarde (<10 En%) en boven de hogere referentiewaarde (>20 En%) werd berekend.

 

De bijdrage van voedingsmiddelen aan de inname van enkelvoudig onverzadigde vetten

De bijdrage van voedingsmiddelen aan de inname van enkelvoudig onverzadigde vetten, in de totale bevolking van 3 jaar en ouder, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Vlees en plantaardige alternatieven (waaronder hummus, falafel, vegetarisch broodbeleg of paté) (21%) en vetten en oliën (18%) leveren de grootste bijdrage aan de inname van enkelvoudig onverzadigde vetten. Ze worden gevolgd door melk, melkproducten en plantaardige alternatieven (13%), sauzen, kruiden en specerijen (inclusief sauzen op basis van olie, dressings en smeersalades op basis van mayonaise) (12%) en gebak en koekjes (10%).
     
  • Het is belangrijk op te merken dat, hoewel „Vlees en plantaardige alternatieven” en ” melk, melkproducten en plantaardige alternatieven” niet de rijkste bronnen van enkelvoudig onverzadigde vetten zijn, hun aanzienlijke dagelijkse consumptie door de bevolking in België wél zorgt voor een hoge bijdrage aan de totale inname van enkelvoudig onverzadigde vetten. 

Gelieve naar deze pagina te verwijzen als: Sciensano. Macronutrienten: Enkelvoudig onverzadigde vetzuren, Voedselconsumptiepeiling 2022-2023, Juni 2025, Brussel, België, https://www.sciensano.be/nl/resultaten-van-de-nationale-voedselconsumptiepeiling-2022-2023/vetten/enkelvoudig-onverzadigde-vetzuren

Meer resultaten

Bekijk onze gegevens per regio, geslacht en andere variabelen op ons interactieve dashboard EatMoveStats waarmee u eenvoudig gegevens kunt exporteren.

 

QR code

QR code for this page URL