• Mazelen is één van de meest besmettelijke infectieziekten met soms ernstige complicaties. Alle Europese landen engageerden zich in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) om mazelen te elimineren tegen 2020. Hierbij is de doelstelling een jaarlijkse incidentie te bereiken van minder dan 1 geval per miljoen inwoners.
• Voor 2018 kreeg België voor het eerst de status “interrupted endemic transmission” van de WGO omdat geen enkele transmissieketen van het virus langer dan 12 maanden duurde. Transmissieketens worden in België duidelijker in kaart gebracht door een toegenomen aantal genotyperingen en subtyperingen uitgevoerd door het NRC sinds 2017.
• In 2019 kreeg België opnieuw te maken met een mazelen epidemie, evenwel gespreid over twee pieken. Genotypering kon ook in 2019 aantonen dat geen enkele transmissieketen van het virus langer dan 12 maanden duurde, waardoor de status van “interrupted endemic transmission” door de WGO ook in 2019 werd toegekend.
• Het aantal gevallen (480) lag in 2019 beduidend hoger dan in 2018 (117 gevallen) en zelfs hoger dan in 2017 (367 gevallen) toen België getroffen werd door een epidemie in Wallonië. Van de 480 gevallen werden er 45 vermoedelijk geïmporteerd.
• Opname in het ziekenhuis was noodzakelijk voor 85 gevallen (18%), maar was onbekend voor 212 gevallen (44%).
• De geschatte incidentie voor heel België is 38,1 gevallen/miljoen inwoners in 2019, vergeleken met 8,7 gevallen/miljoen in 2018 en 32,0 gevallen/miljoen in 2017 (zonder importgevallen). Om het statuut van “eliminatie” te bekomen, moet België een jaarlijkse incidentie van <1 geval van mazelen per miljoen inwoners bereiken.
• De mazelen epidemie trof de drie regio’s in België. De hoogste geschatte incidentie bevindt zich in Brussel met 100,9 gevallen/miljoen inwoners (vs. 6,7/miljoen in 2018 en 20,1 in 2017), gevolgd door Wallonië met 65,8/miljoen (vs. 14,4/miljoen in 2018 en 81 in 2017), en Vlaanderen met 11,2/miljoen (vs. 6,0/miljoen in 2018 en 6,3 in 2017).
• Van alle 480 gevallen waren er 163 (34%) niet gevaccineerd en voor 229 (48%) was de vaccinatiestatus niet gekend.
• De geschatte leeftijdsspecifieke incidentie is het hoogst bij kinderen jonger dan 1 jaar en bedraagt 53,5/100.000 inwoners, gevolgd door 16,3/100.000 in de groep kinderen van 1-4 jaar. Bij volwassenen ligt de hoogste geschatte incidentie bij de groep van 25-29 jarigen met 7,1/100.000 inwoners. Kinderen onder 10 jaar staan voor 42% van alle gevallen; 33% van de gevallen komt voor bij jong volwassenen tussen 20 en 40 jaar.