In het kort
De bezorgdheid om het voorkomen van cadmium in de voeding leidt tot steeds strengere maximale gehalten voor cadmium in groenten op Europees niveau. Dit kan een grote impact hebben op de agrovoedingssector doordat ook niet verontreinigde gronden hierdoor ongeschikt worden voor de teelt van cadmium-gevoelige gewassen zoals schorseneren, wortelen en spinazie. Cadmium komt immers van nature voor in iedere bodem en wordt via de wortels opgenomen door de plant. Er bestaat echter geen eenduidig verband tussen het gehalte aan cadmium in de bodem en de hoeveelheid cadmium die groenten opnemen, waardoor producenten moeilijk kunnen voorspellen hoeveel cadmium er na de oogst in spinazie of wortelen aanwezig zal zijn. Het project beoogt een model op te stellen om voor Vlaamse landbouwgronden, op basis van eenvoudige gegevens (bodemkarakteristieken en klimaatdata), de kans te bepalen dat het cadmiumgehalte in spinazie en wortelen (die geteeld worden op een specifiek perceel) het maximum gehalte overschrijdt. De resultaten van het project kunnen rechtstreeks aangewend worden door telersverenigingen en teeltbegeleiders bij de verwerkende industrie.
Projectbeschrijving
De bezorgdheid om het voorkomen van cadmium in de voeding heeft aanleiding gegeven tot het opleggen van strenge maximale gehalten voor cadmium in groenten. Op verontreinigde gronden kunnen zich problemen stellen betreffende de opname en accumulatie van cadmium. Deze gronden komen dan ook niet in aanmerking voor groententeelt. Voor enkele zeer gevoelige gewassen zoals wortel, schorseneer, sla, spinazie enz. kan de problematiek zich echter ook stellen op gronden met “normale” gehalten aan cadmium. Naast schorseneren zijn wortelen en spinazie de meest bedreigde gewassen met betrekking tot een verhoogde cadmium accumulatie in de plant. De vraag stelt zich vooral welk verband er juist bestaat tussen cadmium in de omgeving en de latere aanwezigheid in het oogstbare product en door welke factoren deze relatie beïnvloedt wordt.
Het project beoogt een model op te maken dat het mogelijk maakt om voor Vlaamse landbouwgronden op basis van eenvoudige metingen/gegevens de kans te bepalen dat de cadmiumconcentratie in spinazie en wortelen geteeld op een specifiek perceel het maximum gehalte overschrijdt. Zowel bodemeigenschappen, totale en/of extraheerbare metaalgehalten, als meteorologische parameters worden onderzocht als voorspellende variabelen in een dergelijk model.
Finaal werden modellen ontwikkeld voor wortel en spinazie. De modellen werden geïmplementeerd in Excel en kunnen als zodanig gebruikt worden door verschillende bedrijven uit de doelgroep om de kans op een cadmium overschrijding in te schatten voorafgaand aan de inzaai en/of oogst. Op deze manier kunnen de bedrijven overgaan tot bepaalde teeltmaatregelen voorafgaand aan de oogst, maar het is vooral een tool in het beslissingsproces voor het al dan niet inzaaien van spinazie of wortelen op een specifiek perceel in het desbetreffende jaar. Door gebruik te maken van de voorspellingsmodellen kunnen de bedrijven het risico op overschrijdingen van het maximaal toegelaten cadmiumgehalte verminderen.