NRL AI - Nationaal referentielaboratorium voor Aviaire Influenza voor België en het Groothertogdom Luxemburg

Last updated on 24-5-2023 by Géraldine Boseret
Projectduur:
januari 1, 1993
-
Project with no end date

In het kort

Vogelgriep (ook wel vogelpest of Aviaire Influenza genoemd) is een virale ziekte bij pluimvee. De ernstige (hoog pathogene) vorm is uiterst besmettelijk, en kan grote gevolgen hebben voor de pluimvee-industrie. Een snelle diagnose van deze ziekte is dus erg belangrijk. Het national referentielaboratorium voor Aviaire Influenza screent daarom permanent de vogelpopulatie in ons land via een aantal bewakingsprogramma’s.

Projectbeschrijving

Aviaire Influenza komt in twee vormen voor bij pluimvee: een milde (laag pathogene) of ernstige (hoog pathogene) vorm, wat verwijst naar de ernst van de klinische symptomen. De milde variant geeft lichte symptomen zoals ademhalingsproblemen, legdaling en beperkte sterfte. Bij de hoog pathogene variant kan de (plotse) sterfte oplopen tot 100%. De meest opmerkelijke symptomen zijn blauwe vlekken op de kam/lellen en neurologische symptomen zoals trillen, rondjes draaien of verlies van evenwicht.

De hoog pathogene vorm, van het H5 of H7 subtype, is uiterst besmettelijk en kan grote economische en sociale gevolgen hebben. Uitbraken van hoog pathogene vogelgriep moeten verplicht gemeld worden aan de EU en de getroffen bedrijven worden verplicht geruimd.

Het national referentielaboratorium voor Aviaire Influenza voert verplichte bewakingsprogramma’s uit in de pluimvee-industrie, bij in gevangenschap levende vogels en bij in het wild levende vogels. Bij de pluimvee-industrie voeren we daarvoor op routinebasis serologische testen uit en is er ook een klinische bewaking om de aanwezigheid van het virus tijdig te kunnen detecteren. In het kader van de klinische bewaking worden stalen genomen wanneer aan bepaalde criteria (Numac 2008024199) voldaan is op het bedrijf, om zo de aanwezigheid van Aviaire Influenza uit te kunnen sluiten. Bij een acute verdenking van vogelgriep neemt het bedrijf contact op met de crisiscel van het Voedselagentschap (FAVV), waarna het nationaal referentielabo een dringende test uitvoert om de diagnose te stellen. Zowel de uitsluitings- als de urgentiediagnostiek zijn wettelijk verplichte analyses die kosteloos zijn voor de pluimveehouder.

Bij de wilde vogels en bepaalde zoogdieren voeren we in samenwerking met de regio’s een continue bewaking uit naar de aanwezigheid van Aviaire influenza in de natuur (Agentschap Natuur en Bos, Leefmilieu Brussel en het ‘Département nature et forêt’).

Resultaten

Uitbraken van vogelgriep in Europa

Sinds 2014 duikt de erg ziekteverwekkende (hoog pathogene) vorm van het vogelgriepvirus (hoog pathogene H5Nx-influenzastammen) regelmatig op in Europa. Sinds 2016 betreft dit de “clade 2.3.4.4b H5”-stam.

Seizoen

Aantal uitbraken in Europa

2016-2017

2 781

2017-2018

166

2018-2019

21

2019-2020

334

2020-2021

3 559

 

2016-2017 2017-2018
2018-2019 2019-2020
2020-2021  
 

Figuur 1: weergave van de uitbraken in de verschillende clade 2.3.4.4b HPAI-H5 seizoenen sinds 2016 (bron: EFSA). Cirkel = uitbraak bij pluimvee, ster = uitbraak bij wilde vogels, driehoek = uitbraak bij in gevangenschap levende vogels.

Het type virus dat momenteel circuleert, is uitzonderlijk ziekmakend (virulent) voor zowel pluimvee als voor in het wild levende vogels. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft de vogelgriepuitbraak van de winter van 2020-2021 bestempeld als de meest verwoestende en langdurige epidemie van hoog pathogene aviaire influenza (HPAI) die ooit in Europa is voorgekomen.

Vogelgriep in België

Terwijl in 2020 slechts twee uitbraken van HPH5Nx werden vastgesteld, constateerde het Belgisch NRL aviaire influenza in 2021 11 uitbraken in bedrijven (6) en in gevangenschap levende dieren, en dit zonder een echte onderbreking tijdens de zomerperiode. Een opvallende evolutie, want tot dan toe kwamen de uitbraken van het influenzavirus hoofdzakelijk in de winterperiode voor en was er een kenmerkende “zomerpauze”. Het verlies aan seizoensgebondenheid zou kunnen wijzen op persistente circulatie van het virus bij in het wild levende dieren.

De najaarsmigratie van wilde vogels in 2021 blies de epidemie nieuw leven in door een stroom van nieuwe hoog pathogene H5Nx-virussen mee te brengen. De eerste positieve wilde vogel van de nieuwe golf in België werd op 12 november 2021 bevestigd, en werd gevolgd door het eerste positieve pluimveebedrijf op 8 december 2021. Het vogelgriepseizoen 2021-2022 bewees het nut van de surveillance van wilde vogels als waarschuwingssysteem.

In 2021 testten 30 wilde vogels, zoals ganzen, eenden, roofvogels en kustvogels positief voor hoog pathogene H5Nx-stam van het virus. In één maand tijd (januari 2022) kwamen hier een 30-tal nieuwe detecties in wilde vogels bij, wat betekent dat er op dat moment veel (hoog pathogeen H5) vogelgriepvirus onder deze dieren circuleert (hoge infectiedruk). Deze gevallen bij wilde vogels werden vooral gedetecteerd in het noorden van ons land, dat bijzonder dichtbevolkt is met watervogels, maar waar ook de overgrote meerderheid van onze pluimveebedrijven gevestigd zijn. De eerste wilde vogel die in Wallonië positief testte, werd op 9 februari 2021 gemeld in de provincie Luik.

De circulatie van het virus bij wilde vogels blijft in grote getale voortduren in het voorjaar en de zomer. Tijdens de zomer raakte een groot aantal kustvogels (‘Laridae’-familie) besmet. Een selectie van dode of ziek aangetroffen vogels wordt opgestuurd voor diagnostisch onderzoek bij Sciensano. Van januari tot eind juli werden 74 wilde vogels besmet bevestigd, terwijl in mei 0 gevallen werden bevestigd, werden er hiervan 33 vastgesteld in juni en juli.

Figuur 2: Overzicht van de hoogpathogene H5N1-detecties in België bij wilde vogels (oranje-lichtblauw), de pluimveesector (geel-roze) en vossen (blauw), gecombineerd met de pluimveedichtheid in de verschillende gemeenten. De herfst-winter- en lente-zomergolven zijn in aparte kleuren aangegeven.

Ondanks het groot aantal wilde vogels dat positief test voor hoog pathogene vogelgriep en de hoge infectiedruk in de natuur, blijft het aantal besmettingen in de pluimveesector beperkt (7 in totaal okt 2021- juli 2022, met 4 in 2022) en zijn er geen secundaire besmettingen in gebieden waar veel pluimveebedrijven voorkomen. Dat toont de hoge waakzaamheid aan die deze sector aan de dag legt om introducties van het virus in hun stallen te vermijden. Het bevestigt eveneens het nut van de maatregelen die gelden bij verhoogde waakzaamheid en bij een uitbraak in een bedrijf.

Genetisch onderzoek en analyses

Het NRL heeft in 2021 zijn wetenschappelijke expertise over hoog pathogene vogelgriepvirussen verder verdiept. Talrijke circulerende H5Nx-virusstammen zijn geïsoleerd, waarna de eigenschappen van hun genetisch materiaal, hun oorsprong (fylogenetische kenmerken), en de mate waarin ze vogels ziek maken (pathogeniciteit) en besmettelijk zijn, zijn onderzocht. De internationale gemeenschap kan op dit ogenblik hierdoor vrij beschikken over de volledige genoomsequentie van een 30-tal Belgische HP-H5 stammen.

Samen met de andere actoren die bij deze vogelgriepepidemie betrokken zijn, zoals het FAVV, de regionale laboratoria en de gewesten (ANB, DNF en LB), heeft het NRL in 2021 35% meer analyses uitgevoerd dan het jaar voordien.

Risico op besmetting van zoogdieren

In Europa (Verenigd Koninkrijk, Nederland, Zweden, Finland en Estland) werden tussen januari 2020 en januari 2022 een tiental infecties met hoog pathogene vogelgriep (H5) vastgesteld bij wilde zoogdieren, voornamelijk bij vossen (Vulpes vulpes). Daarom wordt in België samen met de 3 regio’s een bewaking opgezet bij wilde zoogdieren die zich voeden met kadavers van wilde vogels.

Het NRL onderzoekt in dit kader ook de volledige genoomsequenties op de aanwezigheid van genetische elementen die kunnen wijzen op een verdere aanpassing van het virus aan zoogdieren, en zo ook de mens(zoönotische merkers indicatief voor adaptatie). Tot op heden (situatie begin februari 2022) beschouwen het Europese en het wereldgezondheidsagentschap het risico op een bredere besmetting van de menselijke bevolking als „laag”. Het beroepsrisico voor mensen die in contact komen met vogels is echter verhoogd tot „gemiddeld” en vereist dus verhoogde waakzaamheid. In dit kader is Sciensano het huidige -op symptomen gebaseerde- systeem om infecties op te sporen aan het omvormen naar een proactief systeem voor alle personen die in nauw contact komen met gekweekte, in gevangenschap gehouden of in het wild levende vogels.

In 2022 werden in België twee rode vossen positief bevonden: één aan de kust en één meer centraal in het land. Ze raakten hoogstwaarschijnlijk besmet door zich te voeden met geïnfecteerde wilde vogels.

Parallel met dit initiatief wordt ook gezocht naar de mogelijkheid om het zoönotisch potentieel van de in België circulerende stammen te evalueren aan de hand van in vitro alternatieven, zonder experimenten op fretten uit te voeren.

Aan het publiek wordt gevraagd minimale hygiëne en beschermingsmaatregelen in acht te nemen bij het handelen van zieke of dode vogels en zoogdieren die zich kunnen voeden met besmette wilde vogelkadavers.

 

Diensten die aan dit project werken

Geassocieerde gezondheidsonderwerpen

QR code

QR code for this page URL