NSIH-CDIF - Nationale surveillance van Clostridioides difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen

Last updated on 21-2-2024 by Milena Callies
Projectduur:
januari 1, 2006
-
Project with no end date

In het kort

Clostridioides difficile-infecties (CDI) zijn een belangrijke oorzaak van ernstige diarree en ontsteking van de dikke darm (colitis) in zorginstellingen. Ze worden beschouwd als ‘zorginfecties’ (ZI), aangezien zij gewoonlijk optreden na behandeling met antibiotica. Het doel van dit project is het voorkomen en de ernst van CDI-gevallen in Belgische ziekenhuizen te monitoren, zodat passende maatregelen voor infectiepreventie en -controle kunnen worden genomen.

Projectbeschrijving

Clostridioides difficile (vroeger gekend als Clostridium difficile) is een anaerobe, grampositieve, sporenvormende, toxigene bacterie. Ze wordt vaak aangetroffen in het darmkanaal van gezonde personen en verschillende dieren. Het kan ziekteverwekkend worden wanneer het normale evenwicht van de darmflora is verstoord, een verschijnsel dat ‘dysbiose’ wordt genoemd. Blootstelling aan antibiotica, wat een belangrijke oorzaak is van dysbiose, is ook de belangrijkste risicofactor voor Clostridioides difficile-infecties (CDI). 

CDI is een belangrijke oorzaak van ernstige, soms levensbedreigende diarree en ontsteking van de dikke darm (pseudomembraneuze colitis), opgelopen in ziekenhuizen of verzorgingsinstellingen. Bovendien is 10-20% van de gevallen van CDI recurrent, en veel gevallen zijn resistent tegen conventionele antimicrobiële behandelingen, wat een klinische en economische last betekent.

Naar aanleiding van de toename van de incidentie van CDI en het opduiken van hypervirulente stammen heeft Sciensano in 2007 de surveillance van CDI in Belgische ziekenhuizen ingevoerd. De doelstellingen van deze surveillance zijn:

  • het beoordelen en bewaken van de incidentie van CDI op ziekenhuis en nationaal niveau
  • en het identificeren en volgen van de microbiologische kenmerken van circulerende stammen op ziekenhuis en nationaal niveau, dit in samenwerking met het Nationaal Referentiecentrum (NRC).

De surveillance van CDI is, samen met een goed beheer van antimicrobiële middelen, een hoeksteen in de controle van zorginfecties.

Bovendien ontstaan er op dit gebied nieuwe uitdagingen en ontwikkelingen, zoals:

  • de ontwikkeling van innovatieve behandelingen (waaronder fecale microbiota transplantatie)
  • het opduiken van nieuwe, potentieel virulente stammen
  • de milieu- en voedselbesmettingen die een ‘one health’-aanpak vereist
  • de stijging van CDI incidentie in de samenleving
  • de rol van het microbioom bij andere ziekten
  • … 

De gegevens van deze surveillance vormen een opportuniteit om deze kwesties grondiger te onderzoeken en bij te dragen tot het wetenschappelijk onderzoek.

Hoe kan een ziekenhuis meewerken aan de nationale surveillance van CDI?

Medewerking aan de surveillance is vrijwillig en bestaat uit de registratie van alle gevallen die in het ziekenhuis worden vastgesteld gedurende ten minste één semester per jaar en het opsturen van 5 opeenvolgende stammen naar het NRC voor typering.

Sinds juli 2017 worden de gegevens verzameld met behulp van het Healthdata-platform (HD4DP). Informatie over de toegang tot Healthdata en de registratie van gegevens via Healthdata is terug te vinden op de Heathdata support-pagina. Specifieke informatie over de variabelen die voor de CDI-surveillance worden verzameld en over hoe een csv-bestand moet worden voorbereid, is terug te vinden op de pagina Data Collections (klik op ‘NSIH-CDIF’).

De definities en instructies voor het invullen van de gegevens verzameld in deze surveillance zijn terug te vinden in het surveillanceprotocol.

Elk jaar presenteert Sciensano de resultaten van de surveillance in een jaarverslag (zie de rubriek ‘Bijbehorende publicaties’). Individuele feedbackrapporten voor de deelnemende ziekenhuizen zijn beschikbaar via het online gegevensvisualisatieplatform Healthstat.

Resultaten

De jaarverslagen (zie de rubriek ‘Publicaties’) bevatten een overzicht van gegevens uit verschillende bronnen: nationale surveillancegegevens (epidemiologisch en microbiologisch gegevens), gegevens over ziekenhuisopnames (RHM/MZG), facturatiegegevens (INAMI/RIZIV) en gegevens uit het overlijdensregister.

De link tussen de twee classificaties (UCL en EU) van de microbiologische nationale surveillancegegevens is Bestand hier te vinden.

Projectonderzoekers van Sciensano

Diensten die aan dit project werken

Geassocieerde gezondheidsonderwerpen

QR code

QR code for this page URL