KENTUCKY - Onderzoek naar het evolutionaire succes van antibioticaresistente Salmonella Kentucky ST198

Last updated on 14-12-2022 by Pierre Daubresse
Projectduur:
januari 1, 2020
-
december 31, 2022

In het kort

In deze doctoraatsstudie wordt onderzocht waarom een bepaald type Salmonella, S. Kentucky genoemd, bijzonder succesvol is in het verwerven van antibioticaresistentie. Door het genoom grondig te bekijken en de bewegingen van bepaalde genetische loci te bestuderen met behulp van fluorescentiemicroscopie in het laboratorium van prof. Aertsen (KULeuven), hopen we meer te leren over welke factoren belangrijk zijn bij de verspreiding van resistentie onder bacteriën. 

Projectbeschrijving

Salmonella enterica serovar Kentucky (S. Kentucky) is een vaak voorkomende oorzaak van gastro-enteritis bij de mens. Het is een van de beruchtste serotypes van Salmonella, omdat het sterk in verband wordt gebracht met antimicrobiële resistentie (AMR). Ciprofloxacine-resistente S. Kentucky (CIPR S. Kentucky) behoort tot één sequentietype (ST198), dat een variant verwierf van het Salmonella genomisch eiland 1 (SGI1) en daarmee de antimicrobiële eerstelijnsmiddelen (β-lactamen, aminoglycosiden, sulfonamiden, tetracyclines) resistent maakte. De multiresistente (MDR) kloon accumuleerde sindsdien ook verschillende substitutiemutaties in de quinolone resistance determining regions (QRDR) van DNA-gyrase (gyrA) en DNA-topoisomerase (parC), zodat de meeste stammen drie QRDR-mutaties dragen die ook tegen ciprofloxacine volledige resistentie verlenen. Uit de analyse van de genetische relatie met verwante bacteriën bleek dat deze kloon voor het eerst rond 1989 opdook in Egypte, alvorens zich te verspreiden in Noord-, Zuid- en West-Afrika, en vervolgens verder naar het Midden-Oosten, Azië en Europa.

De situatie verslechterde recent toen het ECDC een Urgent Inquiry lanceerde (UI-464) over een CIPR S. Kentucky St198-stam met een chromosomaal geïntegreerd blaCTX-M-14b-gen dat codeert voor resistentie tegen cefalosporine. De insertiegebeurtenis was terug te vinden in Malta, maar de stam had zich al verspreid naar België, Nederland en vijf andere EU-landen. Tot vandaag wordt deze kloon alleen bij de mens gerapporteerd, in tegenstelling tot (bijvoorbeeld) de CipS S. Kentucky St152-kloon, die algemeen wordt aangetroffen bij pluimvee in de VS maar zelden bij de mens.  
In dit project onderzoeken we 

  • wat het evolutionaire succes verklaart van de multiresistente S. Kentucky St198-kloon, 
  • wat het integratiemechanisme (en de potentiële verdere overdracht) van het ESBL-gen in zijn chromosoom is, en
  • of er genetische determinanten zijn van verschillende mens-dier-gastheerspectra in epidemisch S. Kentucky ST198 en ST152
     

Projectonderzoekers van Sciensano

Diensten die aan dit project werken

Partners

Prof. Abram Aertsen
Benoit Doublet

Geassocieerde gezondheidsonderwerpen

QR code

QR code for this page URL