In het kort
Ondanks decennia van inspanningen en vooruitgang in het veld blijft tuberculose (tbc) één van de dodelijkste infectieziekten ter wereld. De behandeling van tbc vereist langdurige behandelingen met meerdere antibiotica. Dit pathogeen wordt echter steeds resistenter tegen geneesmiddelen. De stijgende incidentie van multiresistente tbc (MDR-TB) verlengt de behandelingsperioden zelfs tot 2 jaar en verlaagt het slaagpercentage van de behandeling. Precieze en snelle diagnostische methoden voor de screening van tbc en resistentie tegen tbc-geneesmiddelen zijn cruciaal om deze ziekte te bestrijden en zijn voorkomen te elimineren.
Projectbeschrijving
Een nieuwe, next-generation sequencing diagnostische methode op basis van de kwantificering van RNA pakt de beperkingen van de huidige methoden voor antimicrobiële gevoeligheidstesten van geneesmiddelen (DST) voor tuberculose aan. Na een succesvol proof-of-principle bij Sciensano, zal het TRACeR-TB-project zich richten op de verdere validatie van de ontwikkelde test en het potentieel van het platform als een instrument voor DST en diagnostisch onderzoek naar tbc onderzoeken.
Internationaal teamwerk in 4 stappen
Voor dit project werden 4 teams, van het Institut Pasteur International Network in België (Sciensano), Frankrijk (Parijs en Lille) en Rusland (Sint-Petersburg), met jarenlange ervaring in microbieel en/of moleculair tbc-onderzoek verenigd. Het project verloopt in 4 stappen:
- De test wordt uitgebreid voor een maximale dekking van huidige en toekomstige geneesmiddelen tegen tbc.
- We optimaliseren geneesmiddelspecifieke parameters voor elk van de geselecteerde geneesmiddelen, die zich momenteel in verschillende stadia van ontwikkeling bevinden. Tegelijkertijd wordt de test aangepast aan het gebruik van sputumstalen.
- Een interlaboratoriumvalidatie van de geoptimaliseerde test wordt uitgevoerd in een setting met een hoge incidentie in Sint-Petersburg in Rusland.
- We onderzoeken het gebruik van de ontwikkelde test als een hoogkwalitatief technologisch instrument voor onderzoeksdoeleinden. De wetenschappelijke vragen die onderzocht zullen worden zijn
- a. het onderzoek naar de huidige discrepantie tussen fenotypische en genotypische gegevens,
- b. het gebruik als een snelle screeningmethode voor de antibacteriële eigenschappen van nieuwe moleculen, en
- c. het gebruik in met macrofagen geïnfecteerde modellen om de invloed van macrofagen op de efficiëntie van geneesmiddelen te onderzoeken. Deze laatste toepassing kan een nuttig instrument zijn om de in-vivo werkzaamheid van geneesmiddelen en in-vitro-DST te koppelen in de evolutie naar een geïndividualiseerde behandeling.
Wetenschappelijke voordelen van deze nieuwe methode
Het grootste voordeel van deze recent ontwikkelde diagnostische methode is dat het de lange cultuurfase vermijdt die nodig is voor de huidige klassieke fenotypische DST (pDST). De test reduceert de lange doorlooptijden (TAT) voor pDST van weken (tot 8 weken voor MDR-TB) tot 2-3 dagen. Anderzijds staat deze methode volledig los van de specifieke oorzaak van resistentie en maakt ze kennis van resistentiemechanismen overbodig, die wel noodzakelijk is voor de huidige op DNA gebaseerde next-generation DST-methoden. Deze kennis is immers nog steeds beperkt, vooral voor tweedelijns en nieuwe geneesmiddelen.