Op basis van de epidemiologische surveillance van COVID-19 overlijdens zijn de observaties van de eerste zeven golven van de epidemie in België (01/03/2020 - 11/09/2022) tezamen als volgt:
Golven
- 66,8% van de COVID-19 sterfgevallen vonden plaats tijdens de eerste twee golven van de epidemie. In absolute aantallen vonden de meeste sterfgevallen plaats in golf 2 vanwege de lengte, maar de hoogste piek van wekelijkse COVID-19 overlijdens werd waargenomen tijdens golf 1 (1985 sterfgevallen tijdens week 15, 2020).
Leeftijd en geslacht
- 91,8% van de COVID-19 sterfgevallen waren 65 jaar en ouder.
- De mediane leeftijd van de COVID-19 sterfgevallen was 84 jaar en de gemiddelde leeftijd was 81,6 jaar.
- In alle leeftijdsgroepen tot en met 80-84 jaar vertegenwoordigden mannen het grootste deel van de COVID-19 overlijdens.
Plaats van overlijden
- De meeste COVID-19 sterfgevallen vonden plaats in ziekenhuizen (67,7%), gevolgd door woonzorgcentra (31,9%). Tijdens golf 1 was er een gelijke verdeling (respectievelijk 50,2% en 48,7%).
Gevalsclassificatie
- 87,7% van de COVID-19 sterfgevallen in België waren laboratorium bevestigd gevallen. In 2021 en 2022 waren ongeveer 96% van de COVID-19 overlijdens laboratorium bevestigd gevallen. Tijdens golf 1 waren 4,0% van de COVID-19 sterfgevallen radiologisch bevestigde gevallen en 26,8% mogelijke bevestigde gevallen.
Woonzorgcentrum bewoners
- 44,7% van de COVID-19 overlijdens waren bewoners van een woonzorgcentrum (WZC) en 71,3% van hen stierf in WZC. Terwijl in golven 1 en 2 een kwart van alle WZC overlijdens plaatsvond in het ziekenhuis, verschoof dit in de volgende golven naar een meer gelijke verdeling tussen WZC en ziekenhuizen.
COVID-19 sterftecijfer
- Het totale ruwe sterftecijfer (CMR) als gevolg van COVID-19 in België bedroeg 281 per 100.000 inwoners. Het was hoger in Wallonië (331 per 100.000 inwoners), gevolgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (297 per 100.000 inwoners) en Vlaanderen (252 per 100.000 inwoners).
- Op provinciaal niveau (en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) had Henegouwen het hoogste totale COVID-19 CMR (385 per 100.000 personen), terwijl Waals-Brabant het laagste had (213 per 100.000 inwoners). Wanneer rekening wordt gehouden met de leeftijdsstructuur, had het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het hoogste en Vlaams-Brabant het laagste gestandaardiseerd sterftecijfer als gevolg van COVID-19.
- Onder WZC bewoners (alle leeftijden) bereikte de COVID-19 CMR in België 7500 per 100.000 inwoners en 923 per 100.000 inwoners onder niet-WZC bewoners (65+).
COVID-19 case fatality ratio
- De COVID-19 case fatality ratio (CFR) in België werd geschat op 0,65%, maar nam exponentieel toe met de leeftijd (4,92% voor 75-84-jarigen en 9,87% voor 85 jarigen en ouder, beide geslachten tezamen). Tijdens golf 1, toen de testcapaciteit beperkt was en alleen ernstige en gehospitaliseerde patiënten werden getest, bereikte het 11,3%.
- Het risico om te overlijden aan COVID-19 is groter en consistent voor mannen, in alle leeftijdsgroepen.
- De COVID-19 CFR daalde in de loop van de tijd.
Mortaliteit door alle oorzaken en oversterfte
- De alle oorzaken CMR voor België was het hoogst voor golf 2 (522 per 100.000 inwoners).
- Het aantal extra sterfgevallen voor golf 1 was ruwweg vergelijkbaar met die veroorzaakt door COVID-19, verkregen via de epidemiologische surveillance.
- De oversterfte was ook het hoogst tijdens golf 1, met een oversterfte van 26,6% (8410 extra sterfgevallen). Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kende de hoogste oversterfte van de drie gewesten (1379 extra sterfgevallen, 57,2%).
- Het percentage oversterfte was relatief hoog in alle regio's tijdens de eerste twee golven en daalde daarna drastisch. Er was een ondersterfte in Vlaanderen in golf 3, wat een oogsteffect suggereert.