In het kort
Be-MOMO is de surveillance van sterfte door alle oorzaken in België, op nationaal en gewestelijk niveau. Deze surveillance wordt wekelijks uitgevoerd en kan in bijna real time ongewone sterfte opsporen en kwantificeren die het gevolg kan zijn van ziekte-uitbraken zoals griep, of van extreme weers- of milieuomstandigheden zoals koude- of hittegolven, ozon- of fijnstofpieken.
Projectbeschrijving
Be-MOMO is de surveillance van sterfte door alle oorzaken in België
Binnen het concept van syndroomsurveillance kan de Belgian Mortality Monitoring (Be-MOMO) in bijna real time ongewone sterfte opsporen en kwantificeren die het gevolg kan zijn van ziekte-uitbraken zoals griep, of van extreme weers- of milieuomstandigheden zoals koude- of hittegolven, ozon- of fijnstofpieken. Be-MOMO stuurt alarmmeldingen naar de autoriteiten wanneer de situatie dat vereist.
Vroegtijdige waarschuwing voor oversterfte
De dienst Epidemiologie van Infectieziekten van Sciensano analyseert wekelijks de sterftecijfers die door het Belgisch Rijksregister worden verstrekt. Het model voor sterftecontrole is ontworpen als een instrument voor de snelle opsporing en kwantificatie van statistisch significante oversterfte. Wij bepalen de oversterfte door het aantal waargenomen sterfgevallen te vergelijken met het aantal verwachte sterfgevallen op basis van de sterfte van de afgelopen vijf jaar. De oversterfte wordt berekend per leeftijdsgroep, geslacht en gewest.
Be-MOMO ondersteunt de besluitvorming inzake volksgezondheid
Een tijdige evaluatie van de impact op de sterfte door alle oorzaken kan nuttig zijn om nieuwe of bestaande volksgezondheidsmaatregelen te sturen of te versterken, bv. vaccinaties tegen griep en het nationale hitteactieplan. Bovendien kan sterftecontrole worden gebruikt om de mogelijke effecten van volksgezondheidsmaatregelen te evalueren door periodes vóór en na de implementatie van de interventie te vergelijken. Be-MOMO is ook betrokken bij het Europese project voor sterftecontrole, EuroMOMO.
Volg Be-MOMO op Epistat voor meer informatie.
Resultaten
De surveillance van sterfte door alle oorzaken is opgesplitst in twee jaarrapporten naargelang van het seizoen. Het zomerrapport heeft betrekking op de vigilantieperiode van het hittegolf- en ozonpiekenplan (weken 20 tot 40), en het winterrapport op weken 41 tot 19. In het wekelijkse griepsurveillancebulletin van Sciensano wordt ook verslag uitgebracht over de wintersterfte.