Bisfenol A

Bisfenol A (BPA) is een chemische stof die voornamelijk wordt gebruikt voor de vervaardiging van “polycarbonaat”-kunststoffen en “epoxy”-harsen. In 2015 concludeerde EFSA dat BPA in de huidige blootstellingsniveaus geen gezondheidsrisico voor de consument vormde. Maar na nieuwe studies die na dit advies werden gepubliceerd, onderwerpt EFSA momenteel de toxiciteit van BPA opnieuw aan een onderzoek.

Wat is bisfenol A?

Bisfenol A (BPA) is een chemische stof die bij de vervaardiging van “polycarbonaat”-kunststoffen (plastic flessen, zuigflessen enz.) en “epoxy”-harsen (beschermlaag aan de binnenkant van conserven en blikken) wordt gebruikt.

BPA kan van het materiaal naar voedsel migreren en komt ook voor in huisstof. Het kan dus in het lichaam terechtkomen.

Volgens EFSA is de belangrijkste weg van blootstelling aan BPA via de orale weg, door de consumptie van levensmiddelen waarnaar BPA is gemigreerd. Andere blootstellingswegen zijn mogelijk, maar komen minder vaak voor: via de huid (door middel van thermisch papier) en door inhalatie (door inademing van besmet stof).

WIST U DAT? Sinds 2011 is de productie en verkoop van polycarbonaat zuigflesjes op basis van BPA in de Europese Unie verboden. België heeft in 2013 de productie en verkoop van BPA-bevattende producten voor kinderen jonger dan 3 jaar verboden. Zuigflessen in polycarbonaat zijn volledig van de markt verdwenen. Ze werden vervangen door andere materialen zoals polypropyleen, polyamide, polyethersulfon, silicone en glas.

Wat zijn de gevaren van bisfenol A voor de gezondheid?

Volgens de laatste evaluatie van EFSA, die in januari 2015 werd gepubliceerd, vormt bisfenol A (BPA) geen gevaar voor de gezondheid van consumenten van alle leeftijdsgroepen, omdat de huidige blootstelling aan deze stof te laag is om gevaarlijk te zijn.

Of de blootstelling nu via de voeding verloopt of niet, ze is aanzienlijk lager dan de “aanvaardbare dagelijkse inname” of ADI, die is vastgesteld op 4 microgram per kilogram lichaamsgewicht per dag.

Maar sinds juni 2016 onderzoekt EFSA het toxiciteitsgevaar van BPA opnieuw na de publicatie van een rapport van het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, waarin vragen rijzen over de effecten van BPA op het immuunsysteem van de foetus en jonge kinderen.

WIST U DAT? Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de begrippen gevaar en risico. Gevaren zijn potentiële bedreigingen voor de gezondheid, vanwege de intrinsieke eigenschappen van een stof. Maar het risico dat een stof nadelige gezondheidseffecten kan veroorzaken, hangt niet alleen af van het gevaar maar ook van de blootstelling. Een van de vragen die wetenschappers vaak moeten beantwoorden, is de vraag “vanaf welke dosis van blootstelling vormt deze stof een risico voor de gezondheid?”

Is bisfenol A een hormoonontregelende stof?

Hormoonontregelende stoffen zijn chemische stoffen die de werking van het hormoonstelsel bij mens en dier zodanig veranderen dat dit schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid, zoals ontwikkelings- en vruchtbaarheidsproblemen.

Bisfenol A (BPA) waarvan sterk werd vermoed dat het een hormoonontregelaar was gezien zijn interactie met veel hormoonreceptoren (oestrogeen, schildklier enz.) en zijn    oestrogene effecten die werden aangetoond bij hoge dosissen, is formeel geïdentificeerd als een hormoonontregelaar voor de menselijke gezondheid door het Comité van de lidstaten bij de European Chemicals Agency (ECHA).

Er bestaan nog steeds tal van controverses rond BPA. Volgens de laatste evaluatie van EFSA, die in januari 2015 werd gepubliceerd, vormt BPA geen gevaar voor de gezondheid van consumenten van alle leeftijdsgroepen, omdat de huidige blootstelling aan deze stof te laag is om nadelige effecten te hebben op de gezondheid van de mens.

Nochtans stelden verschillende wetenschappers bij lage dosissen gevolgen vast (U. Hass, K. Mandrup). Om deze onzekerheden uit te klaren, werd een grootschalige studie uitgevoerd (Clarity-BPA).  Gedurende de kwetsbare perioden in hun ontwikkeling (bij de foetus en na de geboorte) werden dieren aan uiteenlopende dosissen BPA, waaronder zeer lage dosissen, blootgesteld. De resultaten van deze studie worden in 2018 verwacht.

Totdat we kunnen bewijzen dat BPA nadeligen effecten veroorzaakt in vivo bij zeer lage dosissen, is het voorzorgsbeginsel van toepassing. Aangezien hormonen een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de foetus en bij jonge kinderen, verbood de Europese Unie in 2011 het gebruik van BPA in de productie en verkoop van zuigflessen in polycarbonaat. In 2013 heeft België de productie en verkoop van BPA-bevattende producten voor kinderen jonger dan 3 jaar verboden.

WIST U DAT? Sommige polycarbonaatvervangers die worden gebruikt om BPA te vermijden, bevatten ook stoffen die hormoonontregelend zouden kunnen zijn.

Sciensano geeft zijn advies over de dossiers van stoffen waarvan wordt vermoed dat ze het endocriene systeem verstoren, en analyseert de migratie van bisfenol A in levensmiddelen. Sciensano analyseert ook het niveau van hormoonontregelaars, waaronder bisfenol A, in menselijke weefsels.

QR code

QR code for this page URL

Contacten

Wetenschappelijke rapporten

Er zijn momenteel geen wetenschappelijke publicaties gekoppeld aan dit gezondheidsonderwerp

Evenementen

Er zijn momenteel geen evenementen gekoppeld aan dit gezondheidsonderwerp

Andere informatiebronnen

Er zijn momenteel geen externe links gekoppeld aan dit gezondheidsthema

In de media

Er zijn momenteel geen media gekoppeld aan dit gezondheidsonderwerp