Sciensano is verantwoordelijk voor de surveillance van bof in België en coördineert verschillende surveillancenetwerken. Sciensano is ook het nationaal referentiecentrum (NRC) voor bof, mazelen en rodehond. We richten ons op onderzoek naar vaccinwerzaamheid, onderzoeken uitbraken en meten de seroprevalentie bij de bevolking.
Bof
Bof
Bof is een besmettelijke, door vaccinatie te voorkomen virale ziekte, die de bovenste luchtwegen en speekselklieren aantast. De ziekte is meestal mild, maar complicaties kunnen voorkomen. Sinds 1985 worden kinderen in België systematisch gevaccineerd met een combinatievaccin tegen bof, mazelen en rodehond.
Wat is bof?
Bof is een virale ziekte die alleen bij mensen voorkomt. Ze wordt veroorzaakt door het bofvirus, dat tot de familie van de Paramyxoviridae behoort. Het virus wordt overgedragen via druppels in de lucht of direct contact met de geïnfecteerde persoon.
Symptomen
Bof is bekend als een kinderziekte, maar alle leeftijdsgroepen kunnen worden getroffen. De incubatietijd is ongeveer 12 tot 25 dagen. De eerste symptomen zijn koorts en algemene ziekte. In ongeveer twee derde van alle gevallen van bof leidt de infectie tot een typische zwelling van de wangen als gevolg van een infectie van de speekselklieren (parotitis). De ziekte duurt meestal ongeveer 2 weken. In sommige gevallen kunnen complicaties optreden, zoals ontsteking van de testikels (orchitis), eierstokken (oöforitis), de hersenen (encefalitis) of de hersenvliezen (meningitis). Tot 30% van de gevallen van bof verloopt asymptomatisch. Bij ongeveer 1% treden ernstigere complicaties op. Overlijden door bof komt zelden voor. Er is in België geen dodelijk geval gemeld tijdens de uitbraken die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan.
Diagnose
Bof wordt meestal klinisch gediagnosticeerd, omdat de zwelling van de wangen een indicatie geeft van een bofvirusinfectie. Bovendien gebeurt de laboratoriumbevestiging aan de hand van detectie van het virus in neus- of speekselswabs, of van antilichamen tegen het bofvirus in het serum.
Preventie
Sinds 1985 worden kinderen in België systematisch tegen het bofvirus gevaccineerd met het trivalente vaccin tegen mazelen-bof-rubella (MBR), zoals aanbevolen door de Belgische Hoge Gezondheidsraad. Het vaccin wordt toegediend op de leeftijd van 12 maanden en op 10-12 jaar wordt een boosterdosis toegediend. Meer informatie over de vaccinatie en het vaccinatieschema is alleen beschikbaar in het Nederlands en het Frans.
Als gevolg van dit vaccinatieschema komt bof nu vooral voor in oudere leeftijdsgroepen (18-24-jarigen), omdat de bescherming na vaccinatie in de loop van de tijd kan afnemen. In 2011-2013 kampte België met een grote bofuitbraak onder universiteitsstudenten, van wie de meesten minstens een keer met het MBR-vaccin waren gevaccineerd.
In Europa mogen vaccins alleen op de markt worden gebracht als een officieel Europees Laboratorium voor Geneesmiddelencontrole (OMCL) de kwaliteit ervan heeft beoordeeld en bevestigd aan de hand van laboratoriumtests en een kritische evaluatie van het dataprotocol. Het is een van de taken van de dienst Kwaliteit van vaccins en bloedproducten binnen Sciensano.
Hoogrisicogroepen
Kinderen die niet zijn gevaccineerd, jonge volwassenen die slechts één keer zijn gevaccineerd of volwassenen die vóór 1985 zijn geboren zonder besmet te zijn en personen die langer geleden zijn gevaccineerd, lopen een groter risico om bof te krijgen. Complicaties komen vaker voor bij volwassenen.
Behandeling
Er is geen curatieve behandeling beschikbaar voor bof. De huidige therapie is uitsluitend gebaseerd op symptomatische behandeling.