Sciensano is het Nationaal Referentielaboratorium van België (NRL) voor aviaire influenza.
Tegen dit zeer besmettelijke virus dat dodelijke epidemieën kan veroorzaken bij vogels, werken wij mee aan de actieve en passieve bewaking van onze Belgische fokkerijen en wij ontwikkelen instrumenten om de ziekte snel en efficiënt te diagnosticeren en zo de expansie ervan tegen te gaan.
Crisissituatie | het belang van een goede voorbereiding via markante episoden
De vogelgriep vormt een ernstige bedreiging voor de pluimvee-industrie en heeft een grote economische impact.
Het HP H5N1-virus in Azië vanaf 2001: een gebeurtenis zonder voorgaande
De verschijning en circulatie van het HP H5N1-virus in Azië was een gebeurtenis zonder voorgaande in de geschiedenis van de griep, wegens:
- zijn bijzonder grote verspreiding en endemisch karakter
- zijn bijzonder hoge virulentie
- zijn spectrum van vatbaarheid voor andere gastheren, zoals zoogdieren.
Door het ontbreken van systemen om snel alarm te slaan en te controleren in de Aziatische landen kon het virus circuleren en evolueren, wat leidde tot:
- een stijging van zijn virulentie
- de aanpassing aan nieuwe gastheren (watervogels en zoogdieren voornamelijk), met een zoönotisch risico als gevolg.
In die context kan elke beweging een hoge risicofactor worden (handel, transport, migratie …).
Na de wereldwijde verspreiding van het hoogpathogene aviaire influenzavirus HPAI H5N8, aangevuld met het virus HP H5N1, in de winter van 2014-2015, is de epidemiologische situatie van de HPAI’s, en in het bijzonder van het HP H5N8, nog verder geëvolueerd.
Het HP H5N8-virus met een wereldwijde reikwijdte in de winter van 2016-17
De crisis van de winter 2016-2017 (HP H5N8) was uitzonderlijk, en wel om meer dan een reden:
- zijn geografische spreiding, met 29 getroffen landen in Europa, evenals Afrika
- zijn verhoogde virulentie bij de wilde vogels en zijn bredere spectrum aviaire gastheren
- zijn variabele symptomatologie zonder systematische inductie van een bliksemsnelle mortaliteit bij kippen en kalkoenen zoals verwacht voor een HPAI
- zijn ongebruikelijke persistentie in de zomer
- en tot slot een recuperatie na infectie, gepaard gaand met een seroconversie HP H5N8, bij zowel wilde eenden als kippen, wat deed vrezen voor de installatie van een immuniteit, die een stille circulatie van de HPH5-virussen in de hand zou werken.
Het H7N9-virus in 2013: de mens wordt voor het eerst besmet
Onlangs is voor het eerst een H7N9-virus opgedoken bij de mens. China meldde meer dan 1.560 gevallen van infecties met het H7N9-virus sinds de verschijning van het virus bij de mens in maart 2013, en ongeveer 40 % van de besmette patiënten is overleden, volgens de statistieken van de WGO. Dit virus was licht pathogeen voor het pluimvee en lokte weinig of geen symptomen uit, waardoor het moeilijk te detecteren en te controleren was. Sinds januari 2017 is een hoogpathogene stam voor het pluimvee opgedoken en, daarmee samenhangend, een nieuwe uitbarsting van gevallen bij de mens. Nochtans werd er in dit stadium, net zoals bij het H5N1-virus, geen enkele overdracht tussen mensen aangetoond, wat een essentiële voorwaarde is opdat een influenzavirus pandemisch wordt.
De noodzaak van bewaking
De vogelgriepvirussen zijn zeer variabel en in grote mate onvoorspelbaar met betrekking tot de risico’s die ze vormen voor de menselijke gezondheid. Ze kunnen niet worden uitgeroeid in de reservoirs van wilde vogels en zodra ze ingang hebben gevonden bij het gedomesticeerde pluimvee, is het vaak moeilijk om ze te controleren. Wanneer ze circuleren bij het pluimvee en voornamelijk bij kippen, kunnen ze andere eigenschappen krijgen, zoals een verhoogde virulentie voor de vogels, de aanpassing aan andere soorten gecombineerd met een verhoogde virulentie. Om die redenen vormen ze een grote uitdaging voor de wetenschappers, de beleidsmakers en de risicobeheerders, en benadrukken ze de noodzaak van samenwerking tussen de autoriteiten voor dierengezondheid en volksgezondheid.
Tal van studies over de evolutie van de vogelgriepvirussen en de verwerving van hun virulentie gedurende hun circulatie bij de kippen hebben duidelijk aangetoond dat elk van de H5- en H7-virussen potentieel gevaarlijk is.
De kans dat een laagpathogeen virus muteert in een hoogpathogeen virus is onzeker en hangt van veel factoren af.
Gelet op het zoönotische potentieel van bepaalde soorten vogelgriep is het van essentieel belang om de situatie op het terrein te bewaken en moet men voorbereid zijn op een crisis .
Diagnose en expertise | ontwikkeling van instrumenten voor de diagnose en de epidemiologie van aviaire influenza
Dankzij bewaking, zowel bij het pluimvee als bij de wilde vogels, verzekeren wij een vroegtijdige detectie en volgen wij de potentiële dreigingen, op nationaal en internationaal vlak.
Op basis van onze expertise reiken wij de gezondheidsinstanties permanent adviezen aan om hen te helpen om dit virus te controleren en te bestrijden.
Wij beschikken over de expertise en de noodzakelijke installaties om het virus te isoleren zonder risico voor externe besmetting.
Ons personeel heeftervaring met serologische tests, de isolering van virussen en de moleculaire diagnose van het vogelgriepvirus afkomstig van stalen op het terrein.
Onderzoek | analyse van het virus om de aanpassing en de virulentie ervan te beperken
Wegens het zeer besmettelijke karakter van de ziekte en de vele mutaties van de virussen onderzoekt Sciensano de pathogene virussen, waarbij meer specifiek de volgende taken worden uitgevoerd:
- moleculaire, virologische en serologische diagnose
- bewaking van de fokkerijen (klinisch en serologisch) bij de wilde vogels
- ontwikkeling van diagnose-instrumenten
- pathogenese (aanpassing, virulentie)
- fylogenie (onderzoek van de verwantschapsrelaties tussen levende wezens)
- meting van de immuniteit (aangeboren en verworven).