Vitamine B9 - Foliumzuur

Last updated on 7-8-2025 by Laïla Boulbayem

Waarom bestuderen we de inname van foliumzuur?

  • Foliumzuur (vitamine B9) is een wateroplosbaar vitamine dat essentieel is voor de aanmaak van bloedcellen, de eiwitsynthese en de gezondheid van hart en bloedvaten. Het is van cruciaal belang tijdens de zwangerschap, omdat het de ontwikkeling van de hersenen en het ruggenmerg van de foetus ondersteunt en het risico op neurale buisdefecten (zoals spina bifida) vermindert. Foliumzuur, internationaal bekend als vitamine B9, staat in België en Nederland ook bekend als vitamine B11
  • Voedingsbronnen van foliumzuur zijn onder andere groene bladgroenten (zoals spinazie, spruitjes en broccoli), citrusvruchten, volle granen, orgaanvlees, gist en in mindere mate, zuivelproducten, vlees, eieren en aardappelen. Daarnaast wordt foliumzuur vaak toegevoegd aan verrijkte voedingsmiddelen (zoals ontbijtgranen en brood) en zit het in verschillende supplementen. 
  • Een evenwichtige voeding levert over het algemeen voldoende foliumzuur. De Hoge Gezondheidsraad raadt zwangere vrouwen echter aan om dagelijks een supplement van 400 µg foliumzuur in te nemen vanaf vier weken voor de verwekking tot de twaalfde week van de zwangerschap.  
  • Ondanks de wijdverspreide beschikbaarheid van foliumzuur in verrijkte voedingsmiddelen en supplementen, moet overmatige inname uit supplementen worden vermeden. Hoge doses kunnen een tekort aan vitamine B12 maskeren en gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. De Hoge Gezondheidsraad raadt langdurige suppletie van foliumzuur van meer dan 500 µg/dag af om neurologische risico’s te voorkomen. 

 

Hoe onderzoeken we dit?

  • Let op: synthetisch foliumzuur, dat voorkomt in supplementen en verrijkte voedingsmiddelen, heeft een hogere biologische beschikbaarheid dan de vorm van foliumzuur die van nature voorkomt in voeding, namelijk folaat. Dit betekent dat 1 µg foliumzuur uit supplementen of verrijkte voeding efficiënter door het lichaam wordt opgenomen dan 1 µg folaat uit voeding. Daarom wordt bij het beoordelen van de inname van foliumzuur uit zowel voeding als supplementen, synthetisch foliumzuur uit verrijkte voeding en supplementen omgerekend naar folaatequivalenten met behulp van een correctiefactor van 1,7 (1 µg foliumzuur is gelijk aan 1,7 µg folaat). De inname van foliumzuur uit supplementen alleen wordt direct uitgedrukt in µg foliumzuur.
  • De prevalentie van een onvoldoende folaat inname uit voeding (includief verrijkte voeding) werd geschat als het percentage van de bevolking met een gemiddelde inname van folaatequivalenten dat lager is dan de referentiewaarden die zijn vastgesteld door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA): 250 µg folaatequivalenten per dag voor oudere adolescenten en volwassenen (ouder dan 15 jaar), en tussen 90 µg en 210 µg folaatequivalenten per dag voor kinderen en jongere adolescenten (3-14 jaar), afhankelijk van de leeftijd.
  • De prevalentie van een overmatige inname van foliumzuur uit supplementen werd geschat als het percentage van de bevolking met een gemiddelde inname van foliumzuur uit supplementen die boven de referentiewaarde voor veilige inname ligt die is vastgesteld door EFSA: 1000 µg/dag voor volwassenen en tussen van 300 tot 800 µg/dag voor kinderen en adolescenten, afhankelijk van leeftijd.
  • De gemiddelde inname van folaatequivalenten werd geanalyseerd met het SPADE®-programma. Een gedetailleerde beschrijving van de methodologie voor het berekenen van de gemiddelde inname van folaatequivalenten, het type referentiewaarde dat werd gebruikt en de specifieke referentiewaarden volgens leeftijd en geslacht zijn hier te vinden.

BELANGRIJKSTE RESULTATEN

De gemiddelde inname van folaatequivalenten uit voeding in de Belgische bevolking is 203 µg/dag en stijgt tot 241 µg/dag wanneer voeding en supplementen in rekening worden gebracht
70% van de bevolking heeft een onvoldoende inname van folaatequivalenten uit voeding. Dit neemt af tot 62% wanneer voeding en supplementen in rekening worden gebracht
Er worden regionale verschillen waargenomen in het percentage personen met een onvoldoende inname van folaat: 65% van de Vlaamse en 78% van de Waalse bevolking heeft een onvoldoende inname uit voeding
De gemiddelde inname van folaatequivalenten uit voeding was vergelijkbaar in 2014-2015 (201 µg/dag) en in 2022-2023 (202 µg/dag)
Groenten en granen en graanproducten dragen elk 21% bij aan de totale inname van folaatequivalenten, gevolgd door melk, melkproducten en plantaardige alternatieven, die 9% bijdragen

Percentage van de bevolking dat een foliumzuurhoudend supplement gebruikt

18% van de Belgische bevolking van 3 jaar en ouder gebruikt een supplement dat foliumzuur bevat.

Volgens geslacht

Gemiddelde inname van folaatequivalenten (µg/dag) in de bevolking van 3 jaar en ouder, volgens geslacht, België: 2022-2023

  • Folaatequivalenten houden rekening met de verschillen in biologische beschikbaarheid van folaat uit voeding en synthetisch foliumzuur uit verrijkte voeding en supplementen. Synthetisch foliumzuur, dat wordt gevonden in verrijkte voedingsmiddelen en supplementen, wordt efficiënter geabsorbeerd dan folaat uit voeding, waarbij 1 µg foliumzuur gelijk staat aan 1,7 µg folaatequivalenten. 
  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • De gemiddelde inname van folaatequivalenten uit voeding in de bevolking is 204 µg/dag en stijgt naar 241 µg/dag als voeding en supplementen in rekening worden gebracht.  
  • De gemiddelde inname van folaatequivalenten uit voeding is hoger bij mannen (219 µg/dag) dan bij vrouwen (189 µg/dag). Dit verschil blijft bestaan als de inname uit supplementen ook wordt meegerekend. In dat geval loopt de inname op tot 247 µg/dag bij mannen en 235 µg/dag bij vrouwen.

Percentage van de bevolking van 3 jaar en ouder met onvoldoende inname van folaatequivalenten, volgens geslacht, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • 70% van de bevolking heeft een onvoldoende inname van folaatequivalenten uit voeding. Dit daalt tot 62% wanneer voeding en supplementen in rekening worden gebracht
  • Het percentage van de bevolking met een onvoldoende inname van folaatequivalenten uit voeding is hoger bij vrouwen (77%) dan bij mannen (62%). Dit verschil blijft bestaan als supplementen worden meegerekend: 67% van de vrouwen tegenover 57% van de mannen heeft een onvoldoende inname van folaatequivalenten uit voeding en supplementen. 

Overmatige foliumzuurinname van de bevolking van 3 jaar en ouder, volgens geslacht, België: 2022-2023

  • Het percentage van de Belgische bevolking met een overmatige gemiddelde inname van foliumzuur uit supplementen is 0,3% bij zowel mannen als vrouwen.

Volgens leeftijd

Gemiddelde inname (µg/dag) van folaatequivalenten in de bevolking van 3 jaar en ouder, volgens leeftijd, België: 2022-2023

  • Folaatequivalenten houden rekening met het verschil in biologische beschikbaarheid tussen folaat uit voeding en synthetisch foliumzuur uit verrijkte voeding en  supplementen. Synthetisch foliumzuur, dat wordt gevonden in verrijkte voedingsmiddelen en supplementen, wordt efficiënter geabsorbeerd, waarbij 1 µg foliumzuur gelijk staat aan 1,7 µg folaatequivalenten. 
  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Oudere volwassenen (65 jaar en ouder) omvatten geen personen die in zorginstellingen verblijven, personen die in het ziekenhuis liggen of personen die aanzienlijke hulp nodig zouden gehad hebben tijdens de interviews (bv. mensen met cognitieve beperkingen)
  • De gemiddelde inname van folaatequivalenten uit voeding vertoont een leeftijdsgerelateerde stijging, variërend van 175 µg/dag bij kinderen (3-9 jaar) tot 220 µg/dag bij oudere volwassenen (65 jaar en ouder). Wanneer ook supplementen worden meegerekend, stijgt de inname tot 197 µg/dag bij kinderen, 203 µg/dag bij adolescenten (10-17 jaar), 252 µg/dag bij volwassenen (18-64 jaar) en 262 µg/dag bij oudere volwassenen.

Percentage van de bevolking van 3 jaar en ouder met onvoldoende inname van  folaatequivalenten , volgens leeftijd, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Oudere volwassenen (65 jaar en ouder) omvatten geen personen die in zorginstellingen verblijven, personen die in het ziekenhuis liggen of personen die aanzienlijke hulp nodig zouden gehad hebben tijdens de interviews (bv. mensen met cognitieve beperkingen).
  • Het percentage personen met een onvoldoende inname van folaatequivalenten uit voeding bedraagt 24% bij kinderen, 71% bij adolescenten, 76% bij volwassenen en 70% bij oudere volwassenen. 
  • Wanneer ook rekening wordt gehouden met supplementen, blijft een onvoldoende inname van folaatequivalenten prevalent: de percentages dalen licht naar respectievelijk 22%, 67%, 67% en 64%.

Percentage van de bevolking van 3 jaar en ouder met een te hoge inname van foliumzuur, volgens leeftijd, België: 2022-2023

  • Het percentage van de Belgische bevolking met een overmatige inname van foliumzuur uit supplementen is 6% bij kinderen (3-9 jaar), 0,2% bij adolescenten en 0,5% bij volwassenen (18-64 jaar) en oudere volwassenen (65 jaar en ouder).

Volgens opleidingsniveau

Gemiddelde inname van folaatequivalenten (µg/dag) in de bevolking van 3 jaar en ouder, volgens opleidingsniveau, België: 2022-2023

  • Folaatequivalenten houden rekening met de verschillen in biologische beschikbaarheid van folaat uit voeding en synthetisch foliumzuur uit verrijkte voeding en supplementen. Synthetisch foliumzuur, dat wordt gevonden in verrijkte voedingsmiddelen en supplementen, wordt efficiënter geabsorbeerd: 1 µg foliumzuur staat gelijk aan 1,7 µg folaatequivalenten. 
  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Het opleidingsniveau wordt berekend op het niveau van het huishouden door rekening te houden met het hoogste diploma behaald door: (i) de respondenten of hun partner voor volwassenen (van 18 jaar en ouder), of (ii) de vader en moeder (of verzorger, indien van toepassing) voor kinderen en adolescenten (van 3 tot 17 jaar). Gemakshalve verwijzen we echter naar het opleidingsniveau van individuen in plaats van naar het opleidingsniveau van hun huishoudens.
  • De inname van folaatequivalenten uit voeding is lager bij personen met een laag opleidingsniveau (195 µg/dag) dan bij personen met een gemiddeld (203 µg/dag) of hoog opleidingsniveau (217 µg/dag).
  • Wanneer supplementen worden meegerekend, stijgt de inname tot 229 µg/dag, 241 µg/dag en 258 µg/dag bij personen met respectievelijk een laag, gemiddeld en hoog opleidingsniveau.

Volgens regio

Gemiddelde inname van folaatequivalenten (µg/dag) in de bevolking van 3 jaar en ouder, volgens regio, België: 2022-2023

  • Folaatequivalenten houden rekening met de verschillen in biologische beschikbaarheid van folaat uit voeding en synthetisch foliumzuur uit verrijkte voeding en supplementen. Synthetisch foliumzuur, dat wordt gevonden in verrijkte voedingsmiddelen en supplementen, wordt efficiënter geabsorbeerd: 1 µg foliumzuur staat gelijk aan 1,7 µg folaatequivalenten. 
  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Brussel is uitgesloten van de regionale vergelijking vanwege een onvoldoende aantal deelnemers, maar is wel opgenomen in de nationale gegevens van België.
  • De gemiddelde inname van folaatequivalenten uit voeding is hoger in Vlaanderen (216 µg/dag) dan in Wallonië (183 µg/dag).
  • Dit regionale verschil blijft bestaan wanneer ook de supplementen worden meegerekend, met een totale inname van 262 µg/dag in Vlaanderen tegenover 216 µg/dag in Wallonië. 

Percentage van de bevolking van 3 jaar en ouder met onvoldoende inname van  folaatequivalenten , volgens regio, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Brussel is uitgesloten van de regionale vergelijking vanwege een onvoldoende aantal deelnemers, maar is wel opgenomen in de nationale gegevens van België.
  • Er worden duidelijke regionale verschillen waargenomen in het percentage personen met een onvoldoende inname van folaatequivalenten: 65% in Vlaanderen en 78% in Wallonië heeft een onvoldoende inname uit voeding. 
  • Wanneer supplementen worden meegerekend, dalen deze percentages tot respectievelijk 57% en 70%.

Volgens jaar

Gemiddelde inname van folaatequivalenten (µg/dag) in de bevolking van 3 tot 64 jaar, volgens jaar, België: 2022-2023

  • Folaatequivalenten houden rekening met de verschillen in biologische beschikbaarheid van folaat uit voeding en synthetisch foliumzuur uit verrijkte voeding en supplementen. Synthetisch foliumzuur, dat wordt gevonden in verrijkte voedingsmiddelen en supplementen, wordt efficiënter geabsorbeerd: 1 µg foliumzuur staat gelijk aan 1,7 µg folaatequivalenten. 
  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • De gemiddelde inname van folaatequivalenten in de bevolking van 3 tot 64 jaar uit voeding was vergelijkbaar in 2014-2015 (201 µg/dag) en in 2022-2023 (202 µg/dag). 
  • Als supplementen worden meegerekend, stijgt de inname in de bevolking van 3 tot 64 jaar licht tot respectievelijk 237 µg/dag en 239 µg/dag, waarbij geen verandering in de loop van de tijd te zien is.

Percentage van de bevolking van 3 tot 64 jaar met onvoldoende inname van  folaatequivalenten , volgens jaar, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Het percentage personen in de bevolking van 3 tot 64 jaar met onvoldoende inname van folaatequivalenten uit voeding was vergelijkbaar in 2014-2015 (71%) en 2022-2023 (70%). 
  • Wanneer supplementen worden meegerekend, daalt het percentage licht tot 63% in 2014-2015 en 62% in 2022-2023. Er is geen verandering in de tijd.

Bijdrage van voedingsmiddelen en supplementen

De bijdrage van voedingsmiddelen en supplementen aan de inname van  folaatequivalenten, in de bevolking van 3 jaar en ouder, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Groenten en granen en graanproducten dragen elk 21% bij aan de totale inname van folaatequivalenten, gevolgd door melk, melkproducten en plantaardige alternatieven, die 10% bijdragen. 
  • Supplementen zijn goed voor 6% van de totale inname van folaatequivalenten.

Gelieve naar deze pagina te verwijzen als: Sciensano. Micronutriënten: Vitamine B11 Foliumzuur, Voedselconsumptiepeiling 2022-2023, Juni 2025, Brussel, België, https://www.sciensano.be/nl/resultaten-van-de-nationale-voedselconsumptiepeiling-2022-2023/micronutrienten-vitamine/vitamine-b11-foliumzuur

QR code

QR code for this page URL