Sciensano coördineert een netwerk van peilartsen, peillaboratoria en peilziekenhuizen om de griepactiviteit, de intensiteit en de ernst van de epidemie en de weerslag ervan op de bevolking voortdurend te evalueren. Sciensano is ook het Nationaal Referentiecentrum (NRC) voor het influenzavirus. Het Belgische Officieel Medicijnen Controle Laboratorium (OMCL) van Sciensano is samen met het Europese OMCL-netwerk verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van het influenzavaccin voordat het op de markt gebracht wordt.
Influenza
Influenza
Griep of influenza is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door het griepvirus. In de meeste gevallen kent de ziekte een weinig ernstig verloop, maar bij bepaalde risicogroepen kan griep gevaarlijke complicaties veroorzaken. Het vaccin is de beste manier om complicaties van griep en een ziekenhuisopname te voorkomen.
Wat is griep?
Griep is een besmettelijke infectieziekte die wordt veroorzaakt door het griepvirus (influenzavirus).
De ziekte wordt gekenmerkt door het ontwikkelen van een griepsyndroom. Dit is een combinatie van klachten die vaak gepaard gaan met de ziekte, namelijk:
- koorts
- koude rillingen
- malaise
- droge hoest
- verlies van eetlust
- spierpijn
- misselijkheid.
Het griepvirus verspreidt zich sneller bij kinderen wegens een gebrekkige hand- en hoesthygiëne en de vele contacten die kinderen met elkaar hebben. Het zijn trouwens gewoonlijk kinderen die het eerst worden getroffen bij een seizoensgriep en pas enkele weken later volwassenen.
Hoewel griep meestal een gunstig verloop kent, zijn complicaties zoals longontsteking, acute respiratory distress syndrome (ARDS) en verergering van chronische aandoeningen mogelijk bij risicogroepen.
Wanneer een virus nieuw is voor de bevolking, dan kunnen ook andere groepen getroffen worden.
We onderscheiden meerdere types:
- A-virussen, die een pandemie kunnen veroorzaken (humane en dierlijke virussen)
- B-virussen, die enkel voorkomen bij de mens
- C-virussen, die slechts sporadisch opduiken en doorgaans milde symptomen veroorzaken.
Het vaccin tegen seizoensgriep bevat enkel A- en B-virussen.
Diagnose
Over het algemeen hoeft de arts geen diagnostische test uit te voeren. De arts stelt de diagnose op basis van de symptomen die de patiënt vertoont.
Bij risicopersonen of personen waarbij antivirale therapie overwogen wordt, kan de arts alsnog opteren voor een diagnostische test. De arts kan dan uit een neus- en keeluitstrijkje (respiratoir staal) afnemen binnen 7 dagen na de start van de symptomen. Hij zendt het monster naar het laboratorium om het virustype te identificeren.
Een bloedafname voor antilichamen is niet geschikt als diagnostische test en geeft ook geen zekerheid over bescherming tegen een volgende infectie aangezien het griepvirus regelmatig muteert. Een serologische diagnose is wel nuttig om de werkzaamheid van het vaccin te controleren en voor epidemiologisch onderzoek (wetenschappelijk onderzoek van ziektes in een populatie volgens verschillende criteria: geografisch en qua geslacht, wijze van ontstaan en overdracht).
Behandeling
Griep kent meestal een spontane genezing.
Sommige geneesmiddelen kunnen echter wel helpen om symptomen zoals spierpijn en hoofdpijn te verlichten.
Patiënten die behoren tot een risicogroep en ernstig zieke patiënten kunnen behandeld worden met antivirale middelen. Die geneesmiddelen blokkeren het eiwit dat het virus toelaat om zich in het lichaam te vermenigvuldigen. Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven van antivirale middelen. Anders zouden de virussen er resistent tegen kunnen worden.
Antibiotica hebben geen plaats bij de behandeling van griep zonder verwikkelingen. Antibiotica werken alleen tegen bacteriën. Griep wordt veroorzaakt door een virus.
Risicogroepen
Risicopersonen hebben meer kans om ernstig ziek te worden en complicaties te ontwikkelen bij een griepinfectie.
Risicopersonen:
- mensen ouder dan 65 jaar
- zwangere vrouwen
- mensen met chronische aandoeningen (longaandoeningen, hartziekten, astma , diabetes, verminderde immuniteit, chronisch nier- en leverlijden, neuromusculaire aandoeningen, obesitas)
- kinderen die een chronische ziekte hebben of een langdurige behandeling met aspirine krijgen.
Complicaties en sterfte
Bij risicopersonen kan griep ernstige complicaties veroorzaken.
De meest frequente complicaties zijn:
- longontsteking
- oorontsteking
- sinusitis.
Ernstige, meer zeldzame complicaties zijn:
- myocarditis (ontsteking van de hartspier)
- encefalitis (herseninfectie)
- ontsteking van spierweefsel
- acute respiratory distress syndrome (een ernstige ontstekingsreactie in de longen)
- septikemie (infectie van het bloed)
- uitval van meerdere organen.
Sommige van deze complicaties worden veroorzaakt door een bijkomende bacteriële infectie (surinfectie). Enkel in dat geval heeft een behandeling met antibiotica zin. Het verantwoordelijk gebruik van antibiotica is noodzakelijk om de werkzaamheid te vrijwaren in situaties waarin ze echt nodig zijn, zoals bij bacteriële infecties.
Sterfte aan griep is meestal het gevolg van een of meerdere complicaties. Tijdens een epidemie van seizoensgriep zijn ongeveer 97% van de mensen die sterven aan griep 65 jaar of ouder en betreft 86% van de sterfte aan griep mensen met een chronische ziekte.
Preventie en vaccinatie
Griepvirussen verspreiden zich via de luchtwegen en overleven lang op de handen.
Preventie bestaat uit het vermijden van contact met besmette personen. Daarnaast is hygiëne belangrijk:
- was regelmatig uw handen, in het bijzonder na niezen, hoesten, contact met een zieke persoon of als u het openbaar vervoer hebt genomen
- nies in papieren wegwerpzakdoekjes of in de elleboogplooi
- gebruik papieren wegwerpzakdoekjes als u hoest, fluimen opgeeft en de neus snuit.
Het vaccin is de beste manier om complicaties van griep en een ziekenhuisopname te voorkomen. De werkzaamheid van het vaccin kan echter sterk variëren tussen seizoenen. Die werkzaamheid hangt met name af van de match tussen het vaccin en de circulerende virussen, die constant mutaties ontwikkelen, en van het immuunsysteem van de persoon.
Wat is een griepepidemie of grieppandemie?
Een epidemie betekent dat een ziekte voorkomt met een grotere frequentie dan normaal in een gegeven populatie.
We spreken van een griepepidemie als aan een aantal voorwaarden is voldaan:
- het aantal consultaties wegens een griepsyndroom is hoger dan de epidemische drempel (in België ligt die drempel op ongeveer 140 consultaties per 100.000 inwoners per week)
- de epidemische drempel wordt gedurende minstens 2 weken na elkaar overschreden
- virologische onderzoeken leren dat minstens 20% van de geanalyseerde respiratoire stalen positief is voor influenzavirussen.
Een seizoensgebonden griepepidemie duurt gemiddeld 6 tot 12 weken. In het noordelijke halfrond veroorzaakt het griepvirus epidemieën in de winter, doorgaans tussen december en april. In het zuidelijke halfrond veroorzaakt het griepvirus epidemieën tussen mei en september.
De seizoensgebonden epidemieën kunnen worden veroorzaakt door influenza-A- en influenza-B-virussen, maar enkel het influenza-A-virus veroorzaakt pandemieën.
Een (griep)pandemie is een epidemie die zich over meerdere continenten verspreidt als gevolg van het opduiken van een nieuw virus.
In het geval van griep gaat het vaak om een nieuwe variant van het influenzavirus waarmee de bevolking nog niet in contact is geweest, zodat ze nog geen antistoffen heeft ontwikkeld. Hierdoor is er een hoog risico op verspreiding.
Er zijn de afgelopen eeuw verschillende pandemieën geweest, waarbij telkens een nieuw griepvirus opdook.
Informatie voor gezondheidswerkers
Seizoengebonden influenza is een ziekte waarvoor geen meldingsplicht geldt.
Sciensano brengt wekelijks een griepbulletin uit met daarin de meest recente Belgische cijfers.
Na afloop van het seizoen wordt er een jaarrapport opgesteld met daarin informatie over de epidemiologische toestand van het afgelopen seizoen en de werkzaamheid van het vaccin.